Pak je spullen erbij: Boek, schrift en rekenmachine.
1 / 36
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
9.3 Machten
Voorkennis ophalen
Uitleg 9.3
Aan de slag
Lesafsluiting
Pak je spullen erbij: Boek, schrift en rekenmachine.
Slide 1 - Slide
Aan het einde van de les...
... weet ik wat een macht is en ken ik daarbij de begrippen grondgetal, exponent en vermenigvuldiging. ... kan ik een macht uitrekenen, ook in rekenvolgorde sommen
Leerdoelen
Slide 2 - Slide
Werk de haakjes weg 8(2a + b) =
Slide 3 - Open question
Werk de haakjes weg x(2y + 1) =
Slide 4 - Open question
Werk de haakjes weg -4(2x + 8) =
Slide 5 - Open question
Herleid 5(a - 2b) + 3(2a - b) =
Slide 6 - Open question
Herleid 3(a + 2b) - 6a =
Slide 7 - Open question
Voorrangsregels
1
2
Vermenigvuldigen
Delen
Optellen
Aftrekken
Haakjes
Slide 8 - Drag question
Kwadraat
12
22
32
42
52
62
72
Slide 9 - Slide
Kwadraat
12=1⋅1
22=2⋅2
32=3⋅3
42=4⋅4
52=5⋅5
62=6⋅6
72=7⋅7
Slide 10 - Slide
Kwadraat
12=1⋅1=1
22=2⋅2=4
32=3⋅3=9
42=4⋅4=16
52=5⋅5=25
62=6⋅6=36
72=7⋅7=49
Slide 11 - Slide
Machten
13
25
33
44
55
67
76
Slide 12 - Slide
Machten
13=1⋅1⋅1
25
33
44
55
67
76
Slide 13 - Slide
Machten
13=1⋅1⋅1
25=2⋅2⋅2⋅2⋅2
33=3⋅3⋅3
44=4⋅4⋅4⋅4
55=5⋅5⋅5⋅5⋅5
67=6⋅6⋅6⋅6⋅6⋅6⋅6
76=7⋅7⋅7⋅7⋅7⋅7
Slide 14 - Slide
Machten
13=1⋅1⋅1=1
25=2⋅2⋅2⋅2⋅2=32
33=3⋅3⋅3=27
44=4⋅4⋅4⋅4=256
55=5⋅5⋅5⋅5⋅5=3125
67=6⋅6⋅6⋅6⋅6⋅6⋅6=279.936
76=7⋅7⋅7⋅7⋅7⋅7=117.649
Slide 15 - Slide
Machten
= 5 x 5 x 5 x 5
5 tot de vierde macht
5 is het grondgetal
4 is de exponent
54
Slide 16 - Slide
Machten
Een kwadraat is een macht met een exponent van 2
MAAR
Een macht is niet altijd een kwadraat
Slide 17 - Slide
Bereken
74
A
28
B
343
C
16.384
D
2401
Slide 18 - Quiz
voorrangsregels
1. Haakjes
2. Machten
3. Vermenigvuldigen/delen
4. Optellen/aftrekken
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Voorbeeld
11⋅(62−25)=
Slide 21 - Slide
Voorbeeld
11⋅(62−25)=
11⋅(36−32)=
Slide 22 - Slide
Voorbeeld
11⋅(62−25)=
11⋅(36−32)=
11⋅4=
Slide 23 - Slide
Voorbeeld
11⋅(62−25)=
11⋅(36−32)=
11⋅4=
44
Slide 24 - Slide
Los de onderstaande som op.
4+7⋅(62−52)=
Slide 25 - Open question
Bereken
−74
A
-28
B
-2401
C
16.384
D
2401
Slide 26 - Quiz
Negatieve machten
−13=−1⋅1⋅1=−1
−25=−2⋅2⋅2⋅2⋅2=−32
(−44)=−4⋅−4⋅−4⋅−4=256
(−13)=−1⋅−1⋅−1=−1
Welk verschil zie je?
Slide 27 - Slide
Is de macht positief of negatief. Geef het antwoord zonder deze uit te rekenen :
A
positief
B
negatief
Slide 28 - Quiz
Is de macht positief of negatief. Geef het antwoord zonder deze uit te rekenen :
A
positief
B
negatief
Slide 29 - Quiz
Is de macht positief of negatief. Geef het antwoord zonder deze uit te rekenen :
A
positief
B
negatief
Slide 30 - Quiz
Bereken :
A
- 25
B
-125
C
25
D
125
Slide 31 - Quiz
Bereken
A
-7
B
-1
C
1
D
7
Slide 32 - Quiz
Bereken
A
-2
B
16
C
2
D
-16
Slide 33 - Quiz
Aan de slag!
Hoe?
Zelfstandig aan de slag, mag met zacht overleg met buurman/buurvrouw.
Hulp?
Steek je hand op
Tijd?
Tot 5 minuten voor tijd
Klaar?
Opdrachten nakijken.
Alvast de theorie van volgende paragraaf doorlezen.
Wat?
18 t/m 28
Slide 34 - Slide
In hoeverre heb je onderstaande leerdoelen behaald? Ik weet wat een macht is en ken de begrippen grondtal, exponent en vermenigvuldiging. Ik kan een macht uitrekenen, ook in rekenvolgorde sommen.
😒🙁😐🙂😃
Slide 35 - Poll
Geef aan hoe je je werkhouding vond tijdens het zelfstandig werken.