Les 1 opvoeden van het kind

Opvoeden van het kind
PW 
Leerjaar 2 periode 8 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Opvoeden van het kind
PW 
Leerjaar 2 periode 8 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inhoud - Periode 8 


*Theorie:
Boek: ‘’Ontwikkeling en activiteiten PW’’ hoofdstuk 18
Zelf gekozen bronnen



*Presentatie opdracht en eindopdracht

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Les 1 
Theorie: Sociale problematiek, armoede & werkeloosheid
Uitleg onderdeel A
Samenwerkingscontract
Les 2
Theorie: Echtscheiding & vluchtelingen
Werken aan opdracht
Les 3
Theorie: Huiselijk geweld & gebruik van drank en drugs 
Werken aan opdracht
Les 4
Inleveren onderdeel A 
Les 5 
Presentaties uitvoeren onderdeel A

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

                     Uitleg opdracht A



* Neem de reader erbij --> Teams, samen doornemen
-Hulpvraag 1. Theorie ‘Help ons, GGZ Nederland, om een theoretische onderbouwing aan te reiken door het geven van een presentatie aan de hand van een sociale problematiek’
- Opdrachten (onderdelen)
- inleveren & beoordeling


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

A1

In bijlage 1 vindt je het samenwerkingscontract.
Deze stel je met je groep (3 tot 4) op, denk aan als iemand ziek is hoe dit op te lossen etc.

Lever het samenwerkingscontract in via MS Teams voor maandag 9 mei 20.00u

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

A2



Theoretisch onderzoek (maximaal 6 A4) Onderwerp kiezen rondom sociale problematiek
*Keuze motiveren
*Wat houdt het onderwerp in? 
*Kenmerken
*Risicofactoren 
*Cijfers/feiten 
*Wat wordt eraan gedaan?
*Echte verhalen



A2

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

A3
Presentatie (maximaal 15 <> 17 minuten)

*Ieder groepslid heeft een actieve rol in/tijdens de presentatie.

*De presentatie is boeiend, vernieuwend en inspirerend.

*De presentatie bevat minimaal 1 video materiaal. Denk hierbij aan een bestand filmpje vanuit een serie of iemand in je omgeving die hiermee in aanraking is geweest.

*Er is tijdens de presentatie interactie met het publiek.

*Creatieve manier van presenteren.


Presenteren in week 22: Tijdens de les

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Inleveren & beoordeling
Onderdeel A & B = beide 40%
Aanwezigheid = 20%

Minimaal vereiste: 4 van de 6 lessen aanwezig zijn, als je 3x of vaker afwezig bent krijg je een eindcijfer 5,0 voor de gehele opdracht. Dit omdat het een team opdracht is daar dien je aanwezig voor te zijn.
Als studenten ons iets hebben laten weten en kunnen niet aansluiten door ziekte gaat er een 0,5 punt vanaf. Als studenten niks laten weten dan gaat er 1,0 punt vanaf.

In een PDF bestand inleveren het samenwerkingscontract (A1) en het theoretisch onderzoek (A2).
Onderdeel A1 en A2 inleveren via MS Teams: vrijdag 27 mei 2021 voor 19.00u.
NU --> Groepen maken!

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Sociale problematiek 
Opvoeden van het kind

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden van sociale problematiek
  • Werkeloosheid
  • Verslaving
  • Huiselijk geweld
  • Slechte woonomstandigheden
  • Vereenzaming onder ouderen 
  • Corona leidt tot ....... 
  • Etc...  

Het ene probleem lokt het andere probleem uit.
Zonder hulp (gevraagd/ ongevraagd) komt een gezin er vaak niet meer uit. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Omgevingsfactoren waarin mensen leven en kinderen opgroeien.
                ouderfactor
                gezinsfactor

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Wat zie je terug vanuit de sociale problematiek?

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

Kenmerken sociale problematiek
  • probleem is maatschappelijk bepaald
            inkomen/ werk/ armoede / scheiden
  • geen individueel probleem
            functioneren van maatschappij
  • vaak het gevolg van achterstelling in de maatschappij
            allochtonen (discriminatie) 

Slide 14 - Slide

1. Het probleem hangt samen met de manier waarop onze maatschappij functioneert. Bijv. in Nederland heb je een goed inkomen als je werkt. Werk je niet dan is je inkomen laag.
2. Er zijn altijd meerdere mensen of groepen mensen slachtoffer van deze problematiek. Bijv. gaat het goed met de economie, dan hebben meer mensen een baan, en dus inkomen. Gaat het minder met de economie, dan verliezen mensen hun baan en daalt het inkomen.

3. Bij sociale problematiek kan er sprake zijn van een achterstelling in de maatschappij. Mensen met een migratieachtergrond komen soms moeilijker aan een baan door bijvoorbeeld discriminatie. Maar ook het beheersen van de Nederlandse taal kan een belemmering zijn voor bijvoorbeeld het behalen van een diploma of het vinden van werk.


Kenmerken sociale problematiek
  • kan niet gemakkelijk worden opgelost 
            maatschappelijk niveau: politiek 
  • vergroot het risico op (andere) problemen 
            kettingreactie/ ernstiger en groter/ negatieve effecten 
  • problematiek van het kind is de problematiek van de ouders 
            komt voort uit de opvoeding

Slide 15 - Slide

4. De problemen zijn niet makkelijk op te lossen omdat het een maatschappelijk probleem is. Voorzieningen (zoals kinderopvang) zouden voor iedereen beschikbaar moeten zijn zodat bijv. meer mensen aan het werk kunnen. Ook zouden bepaalde uitkeringen verhoogd kunnen worden om zo de levensstandaard van mensen te verhogen.

5. Bij sociale problematiek zie je vaak dat het ene probleem invloed heeft op het andere (kettingreactie) en dat het probleem alleen maar erger wordt i.p.v. vermindert. Ook ontstaan er negatieve bijeffecten, bijvoorbeeld een negatief zelfbeeld bij mensen omdat ze het probleem moeilijk of niet opgelost krijgen.  
6. Sociale problematiek is een probleem bij volwassenen. Toch heeft het ook invloed op kinderen. Als er spanningen in een gezin zijn doordat bijv. de ouders geen werk hebben, voelen kinderen dit ook en kan het zijn dat er bijv. geen geld is voor een uitje of om naar een kinderfeestje te gaan. Op dit laatste voorbeeld; armoede en werkeloosheid; gaan we vandaag dieper in.
 

 
Waar denken jullie aan bij het begrip Armoede?

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

ARMOEDE
*Armoede is meer dan het gebrek aan geld. Mensen schamen zich vaak voor hun armoede.

*Soms leidt armoede tot schulden omdat mensen het niet meer geregeld krijgen. Ze kopen eten met geld dat bestemd is voor de huur, betalen de huur met geleend geld, en voor ze het weten zijn de problemen niet meer te overzien.

*Armoede gaat samen met zorgen. Mensen kunnen angstig zijn voor rekeningen of wakker liggen omdat ze niet meer weten hoe ze hun rekeningen kunnen betalen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

WERKELOOSHEID


*Werk zorgt voor inkomen, maar ook voor structuur, een dagbesteding, sociale contacten en status.

*Het is voor de meeste mensen dan ook niet fijn als ze werkloos worden of zijn.
Je kunt je nutteloos voelen en je gevoel van eigenwaarde verliezen.

*Ook zijn er groepen in onze samenleving die niet of nauwelijks aan werk komen en zich daardoor buiten onze maatschappij voelen staan.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Wat maakt dat het probleem van deze moeder een maatschappelijk probleem wordt?

Slide 20 - Mind map

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Met groepjes bij elkaar gaan zitten --> Alvast aan samenwerkingscontract werken

Slide 22 - Slide

This item has no instructions