Krachten in evenwicht

Welke kracht hoort niet in het rijtje thuis? Spankracht, Spierkracht, Veerkracht, ..
A
Magnetische kracht
B
Resulterende kracht
C
Zwaartekracht
D
Normaalkracht
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Welke kracht hoort niet in het rijtje thuis? Spankracht, Spierkracht, Veerkracht, ..
A
Magnetische kracht
B
Resulterende kracht
C
Zwaartekracht
D
Normaalkracht

Slide 1 - Quiz

Door welke kracht(en) wordt de zwaartekracht opgeheven zodat je stil blijft staan?
A
Normaalkracht
B
Normaal- en wrijvingskracht
C
Spierkracht
D
Normaal- en spierkracht

Slide 2 - Quiz

Door welke krachten wordt de zwaartekracht opgeheven zodat je op een helling stil blijft staan?
A
Normaalkracht
B
Normaal- en wrijvingskracht
C
Spierkracht
D
Normaal- en spierkracht

Slide 3 - Quiz

Wrijvingskracht werkt beweging altijd tegen.
A
Niet altijd
B
Niet voor alle soorten wrijvingskracht
C
Voor één soort wrijvingskracht
D
Dit klopt

Slide 4 - Quiz

Luchtwrijving hang af van
A
de dichtheid van de lucht
B
de vorm van het voorwerp
C
de snelheid van het voorwerp
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 5 - Quiz

Schuifwrijving hangt af van
A
de trekkracht
B
de ruwheid van de oppervlakken
C
hoe hard de oppervlakken tegen elkaar worden gedrukt
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 6 - Quiz

In de formule voor de zwaartekracht Fz = m . g betekent m
A
de afstand in meter
B
de massa in gram
C
de massa in Newton
D
de massa in kilogram

Slide 7 - Quiz

In de formule voor de zwaartekracht Fz = m . g betekent g
A
de massa in gram
B
de valversnelling in m/s
C
de massa in Newton
D
de valversnelling in m/s2

Slide 8 - Quiz

In Nederland is de gemiddelde valversnelling
A
10 m/s
B
10 m/s2
C
9,81 m/s
D
9,81 m/s2

Slide 9 - Quiz

De blauwe krachten en de rode kracht ..
A
hebben dezelfde richting
B
hebben dezelfde werklijnen
C
hebben parallelle werklijnen
D
hebben hetzelfde aangrijpingspunt

Slide 10 - Quiz