2G Freitag, den 6. März 2020

Freitag, den 6. März 2020
  • Willkommen
  • Lernliste
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Besprechen Prüfung
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Aufgabe 68: Diktat
  • Zeit übrig: Aufgabe 65: Dialog
  • LessonUp
  • Hausaufgaben
  • Zum Schluss
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Freitag, den 6. März 2020
  • Willkommen
  • Lernliste
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Besprechen Prüfung
  • Nachsehen Hausaufgaben
  • Aufgabe 68: Diktat
  • Zeit übrig: Aufgabe 65: Dialog
  • LessonUp
  • Hausaufgaben
  • Zum Schluss

Slide 1 - Slide

Lernliste:
S233
H Lesen, L Sehen en M Lesen

Slide 2 - Slide

Ziele dieser Unterrichtsstunde:

  1. Je leert vragen te stellen en antwoord te geven in een restaurant.
  2. Je kunt het persoonlijk en vragend vnw toepassen in de juiste vorm.
  3. Je kent de voorzetsels in de vierde naamval.

Slide 3 - Slide

Besprechen Prüfung
timer
1:00

Slide 4 - Slide

Nachsehen Hausaufgaben:
Aufgaben 56, 61 und 66    S200, 202, 205

Slide 5 - Slide

Aufgabe 68: Diktat
S206
Hörfragment

Slide 6 - Slide

Machen Aufgaben
Aufgaben 63, 64, 67 und 69   S203, 205-207
timer
1:00

Slide 7 - Slide

Hausaufgaben Mittwoch, den 11. März 2020
L Lernliste          S231 JI JII + S232 JIII J(H)I J(H)II J(H)III
                                S233
L Grammatik TB S50: persoonlijk en vragend vnw. in de vierde naamval
                                             voorzetsels met de vierde naamval
                                             opmerkingen + A4
L Redemittel J  A4   NL → Duits
Beide werkboeken mee 1 en 2
M Aufgaben 63, 64, 67 und 69   S203, 205-207
    Zum Schluss

Slide 8 - Slide

Ist das Glas ... (voor hem)?
Vertalen en in juiste vorm.

Slide 9 - Open question

Ich wurde ... (door jullie) nicht informiert.
Vertalen en in juiste vorm.

Slide 10 - Open question

Hast ... (jij) etwas gegen ... (ons)?
Vertalen en in juiste vorm.

Slide 11 - Open question

... (hij) bestellt den Hamburger für ... (u).
Vertalen en in juiste vorm.

Slide 12 - Open question

... (door wie) habt ihr das herausgefunden?
Vertalen en in juiste vorm.

Slide 13 - Open question

Du gehst ... (zonder mij)?

Slide 14 - Open question

Noem minimaal 4 voorzetsels in de vierde naamval.

Slide 15 - Open question

Zum Schluss
Noem een voorzetsel van de vierde naamval.
Personalpronomen en Fragepronomen 4. Fall: hoe zien deze er uit?

Slide 16 - Slide