1.1 Blok 1.1 les 1 - Getallen verdelenin honderdtallenb, eintallen en eenheden

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 5

Getallen dictee

55

1.

98

2.

105

3.

501

4.

591

5.

696

6.

454

7.

517

8.

570

9.

LESDOEL

Ik kan getallen verdelen in

honderdtallen

tientallen

en

eenheden.

Wat komt waar? 99

Wat komt waar? 125

Vragen

• Wat is ons lesdoel?
• Tussen welke twee tientallen ligt 15
• Tussen welke 2 hondertallen ligt 350
  

45

= 40 + 5

145

= 100 + 40 + 5

= 40 + 5

94

1. = 9 + 4
2. = 90 + 4

163

1. = 1 + 6 + 3
2. = 10 + 6 + 3
3. = 100 + 60 + 3

73=..+..

Voorbeeld:

43

= 40+3

381=..+..+..

Voorbeeld:

152

= 100+50+2

Hoe groot zijn de sprongen op deze getallenlijn?

Tussen welke tientallen ligt 641

A

B

C

D

620

630

640

E

F

G

H

I

660

670

680

690

Tussen welke twee tientallen ligt

281

1. 200 en 300
2. 280 en 290

Tussen welke twee tientallen ligt

554

1. 500 en 600
2. 550 en 560

Waar heeft het cijfer van 9 de waarde van 90?

1. 19
2. 191
3. 911

Waar heeft het cijfer van 9 de waarde van 900?

1. 19
2. 191
3. 911

Sleep de getallen op volgorde

van klein naar groot!

186

108

160

340

447

aan het werk

Ruim de computer op.

Maak les 1 in je rekenboek.