Douzième cours 12 janvier 2022

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Klassenregels

We werken rustig samen in de klas.

We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.

Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.

We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook in de telefoontas.

We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.

We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.

We laten elkaar uitpraten.

We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).

We storen niet bewust de les (door bijvoorbeeld dingen door de klas te gooien of dingen door de klas te schreeuwen)

Les buts

Aan het eind van dit lesuur..: 

1. Kun je je familie beschrijven.

2. Kun je het werkwoord avoir  gebruiken.

Planning

1. We doen een herhaling van de vorige les (5 minuten)

2. Jullie krijgen uitleg over het persoonlijk voornaamwoord (10 minuten)

3. Jullie maken opdracht 30 (10 minuten)

4. Jullie krijgen uitleg over het werkwoord avoir (hebben) (10 minuten)

5. jullie maken opdracht 31 (15 minuten)

Herhaling van de vorige les:

Antwoord op de vraag die ik je stel. Deze vragen kunnen zijn: 

1. Tu as un frère? Tu as une soeur?

2. Il/elle a quel âge?

3. Et toi, tu as quel âge?

4. Quel est ton numéro de téléphone?

Spreek de volgende woorden uit:

1. dans 2.grand 3. salut 4. habites 5. petit 6.hôpital

Planning

1. We doen een herhaling van de vorige les (5 minuten)

2. Jullie krijgen uitleg over het persoonlijk voornaamwoord (10 minuten)

3. Jullie maken opdracht 30 (10 minuten)

4. Jullie krijgen uitleg over het werkwoord avoir (hebben) (10 minuten)

5. jullie maken opdracht 31 (15 minuten)

Persoonlijke voornaamwoorden

ik	je / j'
jij	tu
hij	il
zij	elle
men/we (spreektaal)	on
wij	nous
u jullie	vous
zij zij	ils (mannelijk) elles (vrouwelijk)

ik
jij
hij
zij
men/we
wij
jullie/u
zij(m)
zij (v)

Les pronoms personnels

- persoonlijk voornaamwoorden.

Je

Elles

Nous

il

Tu

Elle

Vous

ils

On

Planning

1. We doen een herhaling van de vorige les (5 minuten)

2. Jullie krijgen uitleg over het persoonlijk voornaamwoord (10 minuten)

3. Jullie maken opdracht 30 (10 minuten)

4. Jullie krijgen uitleg over het werkwoord avoir (hebben) (10 minuten)

5. jullie maken opdracht 31 (15 minuten)

AVOIR ( = hebben)

AVOIR 

  On a                                         wij hebben (spreektaal)

COMBINEZ:

Avoir: il,elle,on

Avoir: nous

Avoir: vous

Avoir: ils,elles

Avoir: tu

Avoir: j'

avons

ont

ai

avez

as

a

Planning

1. We doen een herhaling van de vorige les (5 minuten)

2. Jullie krijgen uitleg over het persoonlijk voornaamwoord (10 minuten)

3. Jullie maken opdracht 30 (10 minuten)

4. Jullie krijgen uitleg over het werkwoord avoir (hebben) (10 minuten)

5. jullie maken opdracht 31 (15 minuten)

Devoirs

Faire (maken):

opdracht 30 (p.49-51)

Apprendre (leren):

Vocabulaire A t/m D Hoofdstuk 0(FR-NL) (p.16-17)

Vocabulaire A +B+E+F Hoofdstuk 1 (NL-FR EN FR-NL) (p.52-53)

Phrases clés C (zinnen) (p.54)

Grammaire D (het lidwoord) + Grammaire H (avoir, hebben) (p.55)