12.3

Welkom! 
Welkom
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom! 
Welkom

Slide 1 - Slide

Welkom! 
Planning:
Opstarten
05 min
Bespreken opdracht 64
10 min
Uitleg Traagheid + Kreukelzone 
10 min
Maken opdrachten
15 min
Uitleg Andere veiligheidsmaatregelen 
10 min
Maken opdrachten
10 min
Pub-quiz
10 min
Lesafsluiting
05 min

Slide 2 - Slide

Pak erbij: 
Pen/potlood om na te kijken

We kijken de volgende opdrachten na:
Paragraaf 12.2 opdracht 64


Slide 3 - Slide

Opgave 64

Slide 4 - Slide

Opgave 64

Slide 5 - Slide

Opgave 64

Slide 6 - Slide

Leerdoelen
Je leert:

  • bij snelheidsverandering aangeven wat het effect van traagheid is;
  • veiligheidsmaatregelen opnoemen die in een auto zitten;
  • de functie van de veiligheidsmaatregelen uitleggen;
  • uitleggen hoe de veiligheidsmaatregelen de gevolgen van een botsing verminderen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Veiligheidsmaatregelen in het verkeer
Bedenk hoe de helm je 
hoofd beschermd?

Slide 9 - Slide

Traagheid
Traagheid is de weerstand die een voorwerp heeft om van richting dan wel snelheid te veranderen.

Slide 10 - Slide

Traagheid
Traagheid is de weerstand die een voorwerp heeft om van richting dan wel snelheid te veranderen.

Slide 11 - Slide

Botskracht
Botskracht is de kracht die de auto afremt bij een botsing.

 
Negatieve arbeid 

Slide 12 - Slide

of geen kreukelzone

Slide 13 - Slide

Kreukelzone
Negatieve arbeid vervormt de kreukelzone

Hoe langer (s), hoe kleiner (F)

Slide 14 - Slide

Stopkracht
Stopkracht is de kracht die de passagiers tot stilstand brengt.

Slide 15 - Slide

Kooiconstructie

Slide 16 - Slide

Aan de slag
  • Wat? Maak 12.3 opdracht 69 t/m 75 + 79 t/m 81 + 84
  • Hoe? Zelfstandig, in je werkboek
  • Hulp? Lees 12.3 nogmaals door
  • Tijd? 15 minuten
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Maak ook opdracht 76 + 77 + 78 + 82 + 83
timer
15:00

Slide 17 - Slide

DRUK
Druk is de kracht die een voorwerp op een bepaald oppervlak uitoefent. 

Slide 18 - Slide

Verschil tussen kracht en druk?
Een kracht oefen je uit op een voorwerp. 
De kracht wordt uitgedrukt in Newton.


Druk is de kracht die een voorwerp uitoefent op een oppervlakte.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Druk
p=AF
p  AF

Slide 21 - Slide

Veiligheidsgordels
  • vergroten stopafstand
  • groter oppervlakte; kleinere druk 

Slide 22 - Slide

Airbags
  • vergroten stopafstand
  • groter oppervlakte; kleinere druk 

Slide 23 - Slide

Helm
  • vervorming; vergroten stopafstand
  • groter oppervlakte; kleinere druk 

Slide 24 - Slide

Huiswerk:
  • Wat? Maak 12.3 helemaal behalve ster-opdrachten
  • Hoe? Zelfstandig, in je werkboek
  • Hulp? Lees 12.3 nogmaals door
  • Tijd? Tot einde van de les
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Lees paragraaf 12.3 alvast door

Slide 25 - Slide

Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand

Slide 26 - Quiz

Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand

Slide 27 - Quiz

Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand

Slide 28 - Quiz

Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand

Slide 29 - Quiz

Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand

Slide 30 - Quiz

Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand

Slide 31 - Quiz

Een vrachtauto heeft een grotere traagheid dan een personenauto
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

Welk begrip hoort
bij deze afbeelding?
A
Vertraging
B
Weerstand
C
Traagheid
D
Arbeid

Slide 33 - Quiz

Wanneer heeft een voorwerp een grote traagheid?
A
bij een kleine massa
B
bij een grote massa
C
bij een klein volume
D
bij een groot volume

Slide 34 - Quiz

Een volgeladen vrachtwagen heeft een grotere traagheid dan een lege vrachtwagen.
Hoe merkt een chauffeur dat bij het afremmen?

A
moeilijker bestuurbaar
B
duurt langer om op snelheid te komen.
C
duurt langer om tot stilstand te komen
D
er is geen waarneembaar verschil

Slide 35 - Quiz