Eindopdracht Oude Egypte

Het oude Egypte
Eindopdracht 
Egypte!










-
1 / 28
next
Slide 1: Slide
MentorlesBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Het oude Egypte
Eindopdracht 
Egypte!










-

Slide 1 - Slide

Wat was de vroegere hoofdstad van Egypte?
A
Caïro
B
Alexandrië
C
Thebe
D
Gaza

Slide 2 - Quiz



Slide 3 - Open question

Verhaal doorvertellen:
1. Kies vier spelers en een jurylid. De rest van de klas is publiek en geniet mee. Van de vier spelers gaan er twee naar de gang. 2 kinderen blijven in de klas. Geef het jurylid een printje van het verhaal(zorg ervoor dat de spelers het verhaal niet kunnen zien!) 
2. Kind 1 leest het verhaal voor aan kind 2.
3. Roep kind 3 van de gang. Kind 2 vertelt het verhaal aan kind 3. 
4.Roep dan kind 4 van de gang. Kind 3 vertelt het verhaal aan kind 4.
5.Kind 4 vertelt het verhaal aan de hele groep. Wat blijft ervan over? Het jurylid houdt bij hoeveel van de vetgedrukte woorden het kind onthouden heeft. Elk vetgedrukt woord is een punt

Slide 4 - Slide

Hoe heet ik?
 Als je aan Egypte denkt, denk je vast meteen aan een piramide. Dat zijn ook wel hele indrukwekkende bouwwerken. Ze staan er al duizenden jaren.
Het bekendste is de Grote piramide: de piramide van Cheops. Maar dat is niet de piramide die je hiernaast op de foto ziet. Zoek eens uit hoe deze piramide heet.
      De piramide van .........

Slide 5 - Slide

Hoe heet deze piramide?

Slide 6 - Open question

Wie weet er meer?
Jullie zien straks een onderwerp. Overleg en schrijf op hoeveel jullie er kunnen noemen in één minuut. Het groepje met het hoogste aantal krijgt de beurt. Als het lukt krijgen zij een punt. Als het niet lukt, krijgen de andere groepjes een punt.

Slide 7 - Slide

Wie weet er meer?

Dingen die te maken hebben met het oude egypte
timer
1:00

Slide 8 - Open question

Paardensprong
De Oude Egyptenaren

Slide 9 - Slide

De paardensprong
Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.
Maak met de paardensprong uit het schaakspel een woord van acht letters. Sleep daarna de letters naar de vakjes zodat het woord zichtbaar wordt. Tot slot leg je uit wat het woord betekent.
A
D
P
I
R
E
M
I

Slide 10 - Drag question

De paardensprong
Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.
Maak met de paardensprong uit het schaakspel een woord van acht letters. Sleep daarna de letters naar de vakjes zodat het woord zichtbaar wordt. Tot slot leg je uit wat het woord betekent.
A
E
C
E
R
S
B
A

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Video

Slide 13 - Drag question

Mummie wikkelen
Maak groepjes van 4 waarbij 1 kind met toiletpapier als mummie wordt ingewikkeld. Welk groepje is als 1e klaar met de mummie? 
Let op: Jullie mogen niet praten en de ogen en mond moeten onbedekt blijven.
timer
15:00

Slide 14 - Slide

Sleep de gebeurtenissen in het oude Egypte in de juiste volgorde oud naar jong. 
1
3
5
2
4
Door het bouwen van dijkjes en graven van slootjes ontstaat er irrigatielandbouw
Er ontstaan beroepen als schrijver, ambtenaar en timmerman
De boeren verbouwden meer dan genoeg voedsel op hun akkers
bijna iedereen in het oude Egypte is boer
Mensen gaan op een plek wonen en leven van de oogst

Slide 15 - Drag question

Wat staat hier?

Slide 16 - Slide


Slide 17 - Open question

Verhaal doorvertellen:
1. Kies vier spelers en een jurylid. De rest van de klas is publiek en geniet mee. Van de vier spelers gaan er twee naar de gang. 2 kinderen blijven in de klas. Geef het jurylid een printje van het verhaal(zorg ervoor dat de spelers het verhaal niet kunnen zien!) 
2. Kind 1 leest het verhaal voor aan kind 2.
3. Roep kind 3 van de gang. Kind 2 vertelt het verhaal aan kind 3. 
4.Roep dan kind 4 van de gang. Kind 3 vertelt het verhaal aan kind 4.
5.Kind 4 vertelt het verhaal aan de hele groep. Wat blijft ervan over? Het jurylid houdt bij hoeveel van de vetgedrukte woorden het kind onthouden heeft. Elk vetgedrukt woord is een punt

Slide 18 - Slide

Welk groepje bouwt de hoogste kaartenpiramide?
timer
5:00

Slide 19 - Slide

Hoeveel piramiden zijn bewaard gebleven?
A
8
B
80
C
800
D
8000

Slide 20 - Quiz

Bekijk goed!
timer
0:45

Slide 21 - Slide

Kun je alle 14 dingen
in 1 antwoord noemen?

Slide 22 - Mind map

Welke kleuren zitten er in Egyptische vlag?
(in alfabetische volgorde opschrijven)

Slide 23 - Open question

Vraag:
Zet de standen op de juiste plek in de piramide.
Er kunnen meerder beroepen in 1 laag.

Slide 24 - Slide

Farao
Priester
Adel
Slaaf
Boer
Ambtenaar
Handelaar
Hoge ambtenaar

Slide 25 - Drag question

We spelen het spel: 'De reis door het Dodenrijk'

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Verhaal doorvertellen:
1. Kies vier spelers en een jurylid. De rest van de klas is publiek en geniet mee. Van de vier spelers gaan er twee naar de gang. 2 kinderen blijven in de klas. Geef het jurylid een printje van het verhaal(zorg ervoor dat de spelers het verhaal niet kunnen zien!) 
2. Kind 1 leest het verhaal voor aan kind 2.
3. Roep kind 3 van de gang. Kind 2 vertelt het verhaal aan kind 3. 
4.Roep dan kind 4 van de gang. Kind 3 vertelt het verhaal aan kind 4.
5.Kind 4 vertelt het verhaal aan de hele groep. Wat blijft ervan over? Het jurylid houdt bij hoeveel van de vetgedrukte woorden het kind onthouden heeft. Elk vetgedrukt woord is een punt

Slide 28 - Slide