My trial lesson

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Tag Questions

Aangeplakte  korte vragen

Je gebruikt ze om bevestiging te vragen over iets wat je al weet maar toch nog niet helemaal zeker weet.

Nederlands

Toch

 Niet dan?

Of niet?

Of wel?

This is easy, Isn't it?

- kies het werkwoord/ verb uit de zin

- maak de tag ontkennend

This isn't as easy, is it?

- Nu draai je hem om. 

-Haal the tag uit de zin

-kies daar het bijpassende werkwoord/verb bij 

LET OP! het onderwerp/subject

-Deze komt ook altijd terug in de zin alleen altijd als een persoonlijkvoornaamwoord/Pronoun

This is easy, isn't it?

This is onzijdig maar dit kan dus ook you, he, her, she, his etc zijn.

Rachel is very nice, isn't she?

Rachel is een meisjesnaam dus dan wordt de pronoun SHE

THUS;

Step 1: 

Herhaal het werkwoord

step 2: 

maak het werkwoord ontkennend of bevestigend

step 3: 

Zet the pronoun (Afgeleid van the subject) erachter

Werkt dit altijd?

-Roy lives with his mom,

Lives he not?

Doesn't he?

Hulpwerkwoorden/Auxilary verbs

Deze uitleg geld alleen voor de auxilary verbs zoals,

Can, could, will, would, should, shall, may, might, must, ough to, be , have got

Roy lives with his mom, doesn't he?

Lives is een hoofdwekwoord/main verb

Lives heeft een S omdat Roy een jongen is dus wordt het doesn't

I play a lot of football, don't I?

I don't play a lot of football, do I?

Luke is a great guy

1. Is he?
2. Isn't he?
3. don't he?
4. doesn't he?

Jill and Tess are friends, ......

1. Aren't they
2. aren't she
3. isn't she
4. isn't they

My mom doesn't like me very much......

1. Doesn't she?
2. did she?
3. Does she?
4. do she?

I adore kittens......

1. Do I ?
2. Don't I?
3. Don't you?
4. Doesn't I?