8 De verteller is Emma en er is sprake van een ik-perspectief.
9 a De verteller denkt dat er een fout is gemaakt wat betreft haar opname in een psychiatrisch ziekenhuis. Volgens de verteller zelf hoort ze hier niet te zijn.
b Nee, het oordeel is niet betrouwbaar. De psychiater, haar vader en de verpleegkundigen zijn ervan overtuigd dat Emma in het psychiatrisch ziekenhuis moet zitten. Ze zijn bezorgd over haar, wat bijvoorbeeld blijkt uit de ‘verontruste blikken’ die ze met elkaar wisselen. Doordat Emma zelf al stelt dat ze veel vergeten is, wordt haar oordeel minder betrouwbaar. Bovendien kunnen psychiatrische patiënten niet altijd goed hun eigen geestelijke gezondheid inschatten.
c De psychiater en de vader lijken achter de opname van Emma te staan. Als Emma stelt dat ze niet ziek is, wisselen zij verontrustende blikken uit. Dit laat zien dat zij van mening zijn dat Emma wel ‘ziek’ is en opgenomen moet worden.