2. Verschijningsvorm-Voorstelling-Vormgeving

         KUNSTGESCHIEDENIS
M. Enting
EGM
Flex
1 / 50
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

         KUNSTGESCHIEDENIS
M. Enting
EGM
Flex

Slide 1 - Slide

DEZE LES
- Introductie
- Lesplanning
- Verschijningsvorm, voorstelling, vormgeving
Je kan een kunstwerk analyseren op verschijningsvorm, voorstelling en vormgeving.

Slide 2 - Slide

INTRODUCTIE - De drie V's
Verschijningsvorm - Wat is het?
Voorstellingsaspecten - Wat stelt het voor?
Vormgevingsaspecten - Hoe is het vormgegeven?

Slide 3 - Slide

Verschijningsvorm
AUTONOME KUNST
Een ontwerp dat als enig doel heeft kunst te zijn
 zoals een schilderij, beeldhouwwerk, kunstfoto, video, installatiekunst en performancekunst

TOEGEPASTE KUNST
Een ontwerp dat naast kunst ook nog een gebruiksfunctie heeft, zoals mode, posters/affiche, architectuur of designmeubels. 

Slide 4 - Slide

Voorstelling en Vormgeving
Korte opdracht: teken een boom.

Slide 5 - Slide

Voorstelling: boom

Slide 6 - Slide

Vormgeving: lijn, schaduw, detail...
vlakv
      vlak                         plastisch                       verfijnd                  
ruimtelijk

Slide 7 - Slide

HEEL GEDETAILLEERD BESCHRIJVEN
Verschijningsvorm
Voorstelling
Vormgeving

Slide 8 - Slide

Voorstelling
  • Figuratief
  • Realistisch
  • Gestileerd
  • Geabstraheerd
  • Abstract
  • Non-figuratief
Vormgeving
  • Beeldaspecten
  • Ruimte
  • Vorm
  • Licht
  • Compositie
  • Kleur
  • Textuur
  • Plasticiteit
  • Materialen
  • Technieken
  • Hanteringswijze

Slide 9 - Slide

Welke van deze begrippen ken je al?
Ken ik al
Wat was het ook alweer?
Voorstelling
Vormgeving
Figuratief
Gestileerd
Geabstraheerd
Plasticiteit
Textuur
Abstract
Beeldaspecten
Hanteringswijze
Non-figuratief

Slide 10 - Drag question

Sleep de afbeeldingen naar het juiste begrip
Figuratief
Geabstraheerd

Slide 11 - Drag question

Voorstelling en Vormgeving
VOORSTELLING
Wat is er te zien; welk verhaal zit er in het kunstwerk?

VORMGEVING
Hoe is het gemaakt?
Met welke beeldende middelen is dit kunstwerk gemaakt?
De categorieën Vorm, Ruimte, Licht, Compositie/Ordening, Kleur, Materiaal, Techniek, Hanteringswijze.

Slide 12 - Slide

Ezelsbruggetje
Zo onthoud je de vormgevingsaspecten!

vlickert
De lamp vlickert.

Vorm - Licht - Compositie - Kleur - 
Ruimte - Techniek en hanteringswijze

Slide 13 - Slide

WAT IS DE VOORSTELLING?

Slide 14 - Slide

Toepassen
Voorstellingsaspect 
Wat zie je voor je?

De rennende hond  en de voeten van een vrouw
Vomgevingsaspect
Welke beeldende truc?
 
Lijn : De herhalende lijntjes             zorgen voor beweging

Slide 15 - Slide

VOORSTELLING
figuratief
realistisch

figuratief
vereenvoudigd
non-figuratief
abstract

Slide 16 - Slide

VOORSTELLING
Figuratief - Je herkent wat er te zien is.
Realistisch - De kunst lijkt 'net echt'.
Gestileerd - De vormen zijn eenvoudiger gemaakt.
Geabstraheerd - De vormen zijn eenvoudiger gemaakt.
Abstract - Het kunstwerk stelt niks voor, alleen vorm en kleur.
Non-figuratief - Geen herkenbare voorstelling
Korte tekenopdrachten.

Slide 17 - Slide

Verschijningsvorm?
Sculptuur.
Ruimtelijk kunstwerk.
Keramiek.

Slide 18 - Slide

Voorstellingsaspect?
De grote pompoen.
Figuratief, want herkenbaar.

Slide 19 - Slide

Vormgevingsaspect?
Noem altijd eerst het beeldaspect uit het rijtje VLICKERT en geef dan een toelichting

Kleur: De zwarte kleur is een groot contrast met de gele kleur.
Vorm: Een organische vorm.
Licht: De glanzende lak reflecteert het licht.
...

Slide 20 - Slide

Doe het zelf

Slide 21 - Slide

NOEM DE VERSCHIJNINGSVORM

Slide 22 - Slide

NOEM EEN VOORSTELLINGSASPECT VAN HET SCHILDERIJ

Slide 23 - Slide

NOEM EEN VORMGEVINGSSASPECT VAN HET SCHILDERIJ

Slide 24 - Slide

Noem nu een voorstellings-
aspect van het schilderij

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Noem nu 3 vormgevings
aspecten van het schilderij
en gebruik het ezelsbruggetje

Slide 27 - Open question



Bekijk de twee schilderijen goed. 
Hierna volgen vragen over de voorstelling en de vormgeving.
Je moet de overeenkomsten vinden.

Slide 28 - Slide




Wat zijn de overeenkomsten in de voorstelling?

Slide 29 - Slide




Beide schilderijen zijn abstract.
Non-figuratief.

Slide 30 - Slide



Wat zijn de overeenkomsten in vormgeving?
(Eerst beeldaspect dan de uitleg)

Slide 31 - Slide



kleur: beiden primaire kleuren
vorm: beiden rechthoekig

Slide 32 - Slide

Wat zijn de overeenkomsten in de voorstelling?

Slide 33 - Open question

Wat zijn de overeenkomsten in vormgeving?
(Eerst beeldaspect dan de uitleg)

Slide 34 - Open question

 


Bekijk de twee schilderijen nog eens 
Welke verschillen zie je in de vormgeving?

Slide 35 - Slide

compositie: links diagonalen en rechts verticaal horizontaal
compositie: links meer dynamisch en rechts balans
vorm: links gebroken/vervaagde lijnen en rechts strakke lijnen met geometrische vormen

Slide 36 - Slide

Welke verschillen in vormgeving? (Eerst beeldaspect dan de uitleg)

Slide 37 - Open question



Vraag over hanteringswijze  = 
de manier waarop de kunstenaar met 
materiaal en gereedschap omgaat.

Slide 38 - Slide




Welk verschil in hanteringswijze
Toelichten voor beide schilderijen.

Slide 39 - Slide




links: ruwe of grove verfstreken
rechts: strakke lijnen en glad oppervlak

Slide 40 - Slide

Welk verschil in hanteringswijze ? Toelichten voor beide schilderijen.

Slide 41 - Open question

Lesdoel bereikt?
Weet jij wat er bedoeld wordt met de 3 V's?
Verschijningsvorm-Voorstelling-Vormgeving

En kun je gebruik maken van het ezelsbruggetje VLICKERT?
Je kan een kunstwerk analyseren op verschijningsvorm, voorstelling en vormgeving.

Slide 42 - Slide




Bekijk de kunstwerken goed. 
Welke verschijningsvormen zie je?

Slide 43 - Slide

Welke verschijningsvorm(en) zie je?
wat is het?

Slide 44 - Open question




Bekijk de kunstwerken opnieuw. 
Welke verschillen zie je in de voorstelling en vormgeving?

Slide 45 - Slide

Welke verschillen in voorstelling?
wat zie je?

Slide 46 - Open question

Welke verschillen in vormgeving? (Eerst beeldaspect dan de uitleg)

Slide 47 - Open question




Bekijk deze stillevens:
Welke verschillen zie je in voorstelling en de vormgeving?

Slide 48 - Slide

Welke verschillen in voorstelling?
wat zie je?

Slide 49 - Open question

Welke verschillen in vormgeving? (Eerst beeldaspect dan de uitleg)

Slide 50 - Open question