‹Return to search

Les 2, deel 1/3: Kaartlezen

Les 2: Kaartlezen
DEEL 1
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WoordenschatWereldoriëntatie+1BasisschoolGroep 6

Lesson by voorheen UGO - Gelijke Onderwijskansen

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Les 2: Kaartlezen
DEEL 1

Slide 1 - Slide

NB:
Dit lesmateriaal is tot stand gekomen in de periode 2021 - 2024 in het project UGO (Utrecht Gelijke Onderwijskansen) op basis van het curriculum van de voormalig Brede School Academie (BSA) Utrecht en in samenwerking met de gemeente Utrecht en de Utrechtse schoolbesturen PCOU Willibrord, SPO Utrecht en KSU. Het project UGO eindigt op 1 oktober 2024.
 
        weet je meer de Atlas Maior van 
        Blaeu en over hoe kaarten vroeger 
        gemaakt werden;

        heb je kennisgemaakt met tien
        nieuwe woorden.
     Aan het eind van dit deel van de les:

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

de introductie op de tekst
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Land in zicht!
Een kaart is altijd handig bij je te hebben als je op reis gaat, want het navigatiesysteem op je telefoon doet het niet altijd en overal! Er bestaan echter heel veel verschillende soorten kaarten!
de introductie
de woordenschat
Welke kaartensoorten ken jij? Wat is een atlas? En hoe worden kaarten eigenlijk gemaakt? Op de volgende slide kun je invullen wat je weet of waar je aan denkt bij kaartsoorten en kaarten maken.
terugblikken en vooruitkijken

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vul in waar jij aan denkt bij dit onderwerp.
kaartsoorten en kaarten maken
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

het introductiefilmpje
Vóórdat je in deel 2 van de les de tekst gaat lezen, ga je dit filmpje bekijken.
Het gaat over de Atlas Maior van Blaeu; De mooiste, dikste en duurste atlas ter wereld.

Klik op de link onder de afbeelding om het filmpje te bekijken.
Klik hier om de video te bekijken.
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Vragen beantwoorden
In deze lessen ga je vaak vragen beantwoorden:
     Van sommige vragen staat het antwoord in de tekst of hoor of zie je het 
     antwoord in het introductiefilmpje. Dit zijn de lees- en kijkvragen.
     Bij andere vragen is dat niet zo. Daarop vind je je antwoord door goed na te
     denken over de informatie uit de tekst of het introductiefilmpje. Die vragen 
     noemen we denkvragen.

de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
Bij deze lessen hoort een hand-out met uitleg over hoe je op een goede manier antwoord geeft op de denkvragen. Vraag ernaar bij je leerkracht en maak steeds gebruik van de tips. Die gelden natuurlijk ook voor andere vragen!

Slide 7 - Slide

Print de hand-out 'Denkvragen beantwoorden' voor je leerlingen uit en besteed er deze 1e les van het blok veel aandacht aan.

Het is de bedoeling dat de leerlingen steeds gebruik maken van de tips en handvaten die in de hand-out geboden worden en zich deze manier van antwoord geven eigen gaan maken.

Benoem dit regelmatig bij de open vragen.

Waarom was het in de Gouden Eeuw zo'n werk 
om kaarten te maken?
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 8 - Open question

In het filmpje wordt gezegd dat het in die tijd zo'n werk was om kaarten te maken, omdat alles met de hand gedaan werd. Ook kwam er steeds weer nieuwe informatie bij die ontdekkingsreizigers meebrachten en dus moesten de kaarten steeds worden aangepast.

Hoe kwamen de makers van de kaarten in die tijd 
aan informatie voor de kaarten? ​
de introductie
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken

Slide 9 - Open question

In die tijd (de 17e eeuw) kwamen de kaartenmakers aan informatie door te praten met ontdekkingsreizigers. Die vertelden wat ze hadden gezien tijdens hun reizen. Die informatie gebruikten de kaartenmakers bij het maken van de kaarten.

Waarom zijn Nederlanders zo gek op kaarten, denk je?
de introductie
de woordenschat
de woordenschat
...., omdat ze van lezen houden.
....., omdat ze van reizen houden.
...., omdat het mooi staat in je boekenkast.
Ik denk iets anders.

Slide 10 - Poll

This item has no instructions

woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
de introductie
de woordenschat

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

het kompas
de locatie
zich ergens begeven
de schaal
de GPS
In de tekst die je in deel 2 van deze les gaat lezen, leer je tien nieuwe woorden.
Hier zie je alvast de eerste vijf:
Woord: zich ergens begeven
Betekenis: ergens zijn
Voorbeeldzin: Ik was mijn horloge kwijt. Het begaf zich op een hele gekke plek: in mijn fietstas!
4
Woord: de GPS
Betekenis: (afkorting van Global Positioning System) het systeem waarmee je kunt bepalen waar je bent en waarmee je een route kan bepalen (ander woord voor het navigatiesysteem)
Voorbeeldzin: Een auto met GPS is heel handig als je ergens heen moet rijden waar je nog nooit bent geweest.
1
Woord: het kompas
Betekenis: het instrument waarmee je kunt aflezen waar het noorden is
Voorbeeldzin: Met behulp van een kompas liepen we tijdens de wandeltocht steeds de goede kant op.
2
Woord: de schaal
Betekenis: het getal dat aangeeft hoeveel groter een afstand op een kaart in het echt is
Voorbeeldzin: Een schaal van 1:5000 betekent dat 1 cm op de kaart in het echt 5000 cm is.
3
Woord: de locatie
Betekenis: de plek
Voorbeeldzin: De locatie waar de film werd opgenomen was helemaal in Nieuw Zeeland.
5
Klik op het nummer bij het woord om
de betekenis van het woord en een
voorbeeldzin te laten verschijnen.
Klik op het geluidsfragment om het woord te beluisteren.
terugblikken en vooruitkijken
de woordenschat
de introductie

Slide 12 - Slide

Kernbegrippen uit de tekst:
  • navigeren
  • de locatie
(zie ook 4.2.1 van de 'Algemene handleiding PO')

erbij inschieten
   het is een kwestie van
    iets onder de knie hebben
de versie
afleggen
En hier de tweede helft van de nieuwe woorden:
Woord: afleggen
Betekenis: doen (hier lopen, fietsen, rijden etc.)
Voorbeeldzin: Tijdens de avondvierdaagse heb ik in totaal 20 km afgelegd.
6
Woord: de versie
Betekenis: de variant
Voorbeeldzin: Welke versie heeft jouw moeder, de rode Volkswagen Up of de blauwe?
7
Woord: erbij inschieten
Betekenis: iets was wel de bedoeling, maar gebeurt/gebeurde niet
Voorbeeldzin: Het is er vandaag helemaal bij ingeschoten om fruit te eten!
8
Woord: het is een kwestie van ....
Betekenis: het hangt af van …..
Voorbeeldzin: Of iets lukt is vaak een kwestie van willen.
9
Woord: iets onder de knie hebben
Betekenis: iets kunnen wat je eerst niet kon en waarvoor je hebt geoefend/geleerd
Voorbeeldzin: Na heel veel vallen en opstaan had de kleuter het fietsen eindelijk onder de knie.
10
Klik ook hier op het nummer bij het woord om de betekenis van het woord en een voorbeeldzin te laten verschijnen.
Klik op het geluidsfragment om het woord te horen.
terugblikken en vooruitkijken
de woordenschat
de introductie

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Spelen met de woorden: domino!
Leg de dominostenen op de juiste plek zodat elk woord naast de juiste betekenis staat. Het eerste steentje
ligt er al! 
terugblikken en vooruitkijken
de woordenschat
de introductie

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Welke van deze woorden kende je al? Sleep ze naar het juiste vak.
terugblikken en vooruitkijken
de woordenschat
de introductie
Ja, dit woord ken ik al
Nee, dit woord ken ik nog niet
iets onder de knie hebben
het is een kwestie van
erbij inschieten
afleggen
de locatie
zich ergens begeven
de schaal
het kompas
de versie
de GPS

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

terugblikken & vooruitkijken
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
de introductie

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je geleerd over dit onderwerp?
kaarten (maken)
terugblikken en vooruitkijken
de woordenschat
de introductie

Slide 17 - Mind map

This item has no instructions

De tekst die je in deel 2
gaat lezen, gaat kaartlezen
als je op pad gaat.
In de volgende dia
kun je invullen wat je
daar al over weet.
het onderwerp van de tekst
terugblikken en vooruitkijken
de woordenschat
de introductie

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

kaartlezen
Wat weet je al over dit onderwerp?
de woordenschat
terugblikken en vooruitkijken
de introductie

Slide 19 - Mind map

This item has no instructions

Je bent nu klaar met deel 1 van deze les.
Veel plezier met deel 2!
terugblikken en vooruitkijken
de woordenschat
de introductie

Slide 20 - Slide

This item has no instructions