Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Oefentoets
Vrijdag 24 maart
Slide 1 - Slide
Wat zijn gezondheidsdeterminanten?
A
Factoren die de gezondheid beïnvloeden.
B
Factoren om hygiënisch te werken.
C
Factoren om stress te voorkomen.
D
Factoren voor verantwoord voedingsgedrag.
Slide 2 - Quiz
Genotsmiddelen horen bij de categorie 'Leefstijl'.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
Opvoeding hoort bij de categorie 'Persoonsgebonden factoren'.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Welvaart hoort bij de categorie 'Omgevingsfactoren'.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Een van de dingen die genetisch bepaald kan zijn is:
A
Leefomgeving
B
Stress
C
Welvaart
D
Ziekte
Slide 6 - Quiz
Waardoor ontstaat een welvaartsziekte?
A
Luxe leefgewoonten.
B
Ongezond eten.
C
Roken en alcohol drinken.
D
Weinig bewegen.
Slide 7 - Quiz
Hoe kun je zorgen voor een gezonde levensstijl?
Slide 8 - Open question
Sociale media kunnen een negatief effect hebben op je gezondheid.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Waarom is alcohol extra schadelijk voor jongeren?
A
Omdat je de volgende dag minder goed op school kan presteren.
B
Omdat je erg ziek wordt als je te veel drinkt.
C
Omdat je hersenen onherstelbaar kunnen beschadigen.
D
Omdat je onder invloed strafbare feiten kunt plegen.
Slide 10 - Quiz
Cocaïne is een harddrug.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
GHB is een softdrug.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Wat bedoelt men met gezondheidsrisico’s?
Slide 13 - Open question
Waarom kunnen we producten het beste uit onze eigen omgeving halen?
A
Streekproducten zijn gezonder.
B
Streekproducten zijn goedkoper.
C
Streekproducten zijn beter voor het milieu.
D
Streekproducten zijn het hele jaar verkrijgbaar.
Slide 14 - Quiz
De productie van vlees en zuivel legt een grote druk op milieu en klimaat. Leg uit hoe dit komt.
Slide 15 - Open question
Borstvoeding is de beste voeding voor een baby.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
De eerste twee maanden heeft de baby het meeste voordeel van de borstvoeding.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Je broer wil gaan trainen voor een marathon. Welke tips kun je hem geven over de maaltijden die hij het beste kan eten voor of na het sporten?
Slide 18 - Open question
Bij welke groep komt ondervoeding het vaakst voor?
A
Kinderen
B
Ouderen
C
Pubers
D
Sporters
Slide 19 - Quiz
Wat kun je doen om te zorgen dat personen die geen eetlust hebben toch gaan eten?
Slide 20 - Open question
Je buren hebben een bed en breakfast. Nu willen ze graag een duurzamer ontbijt aanbieden aan hun gasten. Ze vragen jou om advies. Welke tips kun je hen geven voor het maken van een duurzamer ontbijt?
Slide 21 - Open question
Je lichaam verliest vocht. Dit moet je aanvullen zodra je dorst krijgt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
Vrijdag 31 maart
Toets Hoofdstuk 6, 7, 8
Samenvatting maken
Samenvatting van de ELO leren
Test je kennis maken op de site van de Uitgeversgroep