H4 LS U3 trappen van vergelijking

LS Havo 4 U 3
Grammaire:

trappen van vergelijking   
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

LS Havo 4 U 3
Grammaire:

trappen van vergelijking   

Slide 1 - Slide

welke opletters weet je
nog van dit onderwerp?

Slide 2 - Mind map

Geef een bijvoeglijk naamwoord dat vóór het zn komt

Slide 3 - Slide

waaraan herken je meestal een bijwoord?

Slide 4 - Open question

au travail maintenant.. vertalen nu!

Slide 5 - Slide

Wat betekent de vergelijking in de zin:
"ma voiture roule plus lentement que la tienne?
A
langzaam
B
lang
C
het langzaamst
D
langzamer

Slide 6 - Quiz

en hier: il est l'élève le plus fort de la classe!
A
de beste
B
de sterkste
C
de betere
D
de sterkere

Slide 7 - Quiz

Je travaille mieux!
A
beter
B
best
C
hard
D
minder

Slide 8 - Quiz

Nu andersom! hoe vertaal je:
Zij is het kleinste!
A
Elle est petite
B
Elle est le plus petit
C
elle est la petite
D
Elle est la plus petite

Slide 9 - Quiz

de leukste cadeau's
A
les cadeaux les plus jolis
B
les jolis cadeaux
C
les plus joli cadeaux
D
les plus jolis cadeaux

Slide 10 - Quiz

Ik heb een beter idee!
A
J'ai une idée meilleure!
B
J'ai une meilleure idée!
C
J'ai un meilleur idée!
D
J'ai un idée meilleur!

Slide 11 - Quiz

nog 2: De minst interessante vragen
A
les moins intéressants questions
B
les questions les moins intéressants
C
les moins intéressantes questions
D
les questions les moins intéressantes

Slide 12 - Quiz

Mijn schoenen zijn even duur
A
mes chaussures sont si chères
B
mes chaussures sont aussi chères
C
mes chaussures sont aussi chers
D
mes chaussure sont moins chères

Slide 13 - Quiz

vooruit: nog één moeilijke dan!
de groenste appels zijn het lekkerst!
A
les plus vertes pommes sont les plus bonnes
B
les pommes les plus vertes sont les meilleures
C
les plus vertes pommes sont le mieux
D
les pommes les plus vertes sont les plus bonnes

Slide 14 - Quiz

welke opletters
heb je nu nog?

Slide 15 - Mind map

wat vind je van deze manier van werken? (en leg uit)
A
niks want
B
wel aardig want
C
gaat wel want
D
goed want

Slide 16 - Quiz

heb je nog een tip of top?

Slide 17 - Slide