voorbereiden examen CE herhaling

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Nederlands

 Centraal Examen

Lezen, luisteren en kijken

Hoe oefen jij voor het centraal examen lezen en luisteren? Wat doe je/ heb je gedaan?

Het tekstdoel informeren.  

De bedoeling van de schrijver of spreker.

de tekst wil de lezer uitleggen dat....

Wat wil hij met deze opmerking bereiken?

De tekst wil de lezer voorlichten over...

De tekst wil de lezer duidelijk maken dat....

Met welke bedoeling maakt zij deze opmerking?

Tekstdoelen in examens anders gezegd... Wat hoort bij wat?

Soorten vragen

- Tekstdoel

- Hoofd en bijzaken

- De opbouw van een tekst

- Feiten en meningen

- Bedoelingen herkennen

- informatie toepassen

- Tussenkopjes kiezen

-  Een tekst samenvatten

Tekstdoelen

De schrijver wil:	Tekstdoel:	Voorbeeld
vermaken	amuseren	stripverhaal, grappig stukje, thriller
Dat je iets te weten komt	informeren	nieuwsbericht, voorlichting, folder
Zijn mening geven	overtuigen/overhalen	reactie op een website, ingezonden brief
Dat je iets gaat doen	activeren	reclame
Zeggen hoe iets moet	instrueren	gebruiksaanwijzing

Je leest een tekst met aanwijzingen voor verpotten van planten.
Wat is het tekstdoel van deze tekst?

1. amuseren
2. informeren
3. instrueren
4. overtuigen/overhalen

Wat is het tekstdoel? Zie volgende dia

Wat is het tekstdoel van tekst 'oma's appeltaart'??

1. amuseren
2. informeren
3. instrueren
4. overtuigen/overhalen

Je leest een tekst met een oproep om te demonstreren.
Wat is het tekstdoel van deze tekst?

1. amuseren
2. informeren
3. instrueren
4. overtuigen/overhalen

Je leest een nieuwsbericht over het instorten van een brug.
Wat is het tekstdoel van deze tekst?

1. amuseren
2. informeren
3. instrueren
4. overtuigen/overhalen

Je leest productinformatie op een kauwgumpakje
Wat is het tekstdoel van deze tekst?

1. amuseren
2. informeren
3. instrueren
4. overtuigen/overhalen

HOOFDZAAK en BIJZAKEN in een tekst.
Welke uitspraak past bij 'bijzaken'?

1. de grote lijn van het verhaal
2. voorbeelden in een tekst
3. het belangrijkste in de tekst
4. de hoofdgedachte van de tekst

Noem enkele woorden waaraan je kunt herkennen dat het om een MENING van iemand gaat.

Meningen....

Ik vind.... / De heer de Boer vindt..

Ik ben van mening dat.../ zij is van mening dat....

Naar mijn/zijn/haar  mening...

Volgens mevrouw Jansen....

Aldus Frank Molenaar...

Het standpunt van Jan is...

Het examen zelf

Waarvoor dient het ? rechtsboven op het scherm?

1. Hoeveel vragen je nog moet beantwoorden
2. Daar staat wie het examen maakt
3. Informatie over de hulpmiddelen die je kunt gebruiken
4. Daar kun je een woordenboek raadplegen

Hoe kun je zien op welke vragen je al een antwoord hebt gegeven?

Je moet de vragen in een vaste volgorde maken

1. waar
2. niet waar

Hoe vaak heb jij een oefenexamen gemaakt in Facet? (eerlijk zijn.....)

010