H2 - H5 Elektriciteit - 5.3 deel 2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welk symbool zie je hier?

1. Lampje
2. Spanningsbron
3. Snoer
4. Voltmeter

Welke onderdelen heeft deze stroomkring?

1. Batterij, lampje, snoer.
2. Batterij, 2 lampjes en snoeren.
3. Batterij, een voltmeter en een lampje.
4. Batterij, voltmeter, ampèremeter en een lampje.

Als 1 lampje stuk is, branden de andere lampjes dan nog wel? Waarom wel/niet?

Gegeven: I = 6 A.
Wat is de stroomsterkte over elk lampje?

1. 6 A
2. 3 A
3. 2 A
4. Dat kun je niet weten.

De spanning over lampje 2 is 3 V. Alle lampjes zijn hetzelfde. Wat is de bronspanning?

1. 3 V
2. 6 V
3. 9 V
4. 12 V

Hoeveel aparte stroomkringen tel je?

1. 1
2. 3
3. 5
4. 6

Als 1 lampje stuk gaat, ...

1. gaan alle lampjes uit.
2. kan 1 lampje nog branden, de andere niet.
3. kunnen de andere 2 lampjes nog branden.

De totale spanning is 9 A.
Hoeveel ampère gaat er door lampje 1?

1. 9 A
2. 6 A
3. 3 A
4. 1 A

De bronspanning is 6 V.
Hoeveel spanning gaat er door lampje 3?

1. 1 V
2. 2 V
3. 3 V
4. 6 V

Ubron = 8 V.
Itotaal = 2 A.
Wat is U en I bij lampje 2?