3V - H5

1 / 32
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Atoom
Atoom bestaat uit:
 
Kern (+)
-protonen (+)
-neutronen (0)

Elektronen (-)

Slide 2 - Slide

Statisch geladen
Elektronen springen over

Slide 3 - Slide

Kracht tussen + en -
   



Afstoten              Afstoten            Aantrekken   

Slide 4 - Slide

Spanning ontladen
1. Er is een ladingsverschil tussen A en B
     Er is dus spanning.
2. Als A en B verbonden worden door een
     geleider stromen de elektronen terug.
3. Als A en B dezelfde lading hebben
     stromen er geen elektronen meer.

Ontladen is het tegenovergestelde van opladen

Slide 5 - Slide

Vandergraafgenerator
Ontlading: 
elektronen gaan terug
De spanning is heel groot
(10.000 V), maar de stroomsterkte heel klein. Daarom is het niet gevaarlijk!

Slide 6 - Slide

Lading bij een batterij
-
+
Hoeveel lading stroomt hier per seconde? Stroomsterkte

Slide 7 - Slide

De formule            
Q:  lading in coulomb (C)
:  Stroomsterkte in ampère (A)
      t : tijd in seconde (s)



Q=It

Slide 8 - Slide

Wat betekent weerstand?
Weerstand = tegenwerking

Bij elektriciteit:
De moeite die de stroom heeft om door een draad heen te stromen

Slide 9 - Slide

Als de draad dunner is, is het moeilijker voor de elektronen om er doorheen te stromen.

Slide 10 - Slide

Er staat een spanning over de draad, want de elektronen raken energie kwijt in de vorm van warmte

Slide 11 - Slide

De formule           
Je kunt de weerstand berekenen als je de spanning en de stroomsterkte weet

R:  Weerstand in ohm (Ω)
U:  Spanning in volt (V)
I:  Stroomsterkte in ampère (A)
R=IU

Slide 12 - Slide

Weerstand bepalen
Om de weerstand te bepalen meet je de stroom door en de spanning over de draad.

Slide 13 - Slide

Verband I en U
Als de weerstand constant is geldt dat de spanning en stroomsterkte recht evenredig zijn:

Als U 2x zo groot wordt, wordt I dat ook
R=IU=21=42=8844=0,5Ω

Slide 14 - Slide

De wet van Ohm
Wanneer spanning over en de stroomsterkte door een draad zijn recht evenredig

Oftewel: Als de spanning 2× zo groot wordt, wordt de stroomsterkte ook 2× zo groot

De weerstand is dan constant, dat heet een ohmse weerstand

Slide 15 - Slide

Ohmse weerstand
 ds
.



Een ohmse weerstand geeft een rechte lijn in een (I,U)-diagram door de oorsprong

Slide 16 - Slide

Weerstand en temperatuur
.





Vaak neemt de weerstand toe als de temperatuur groter wordt
Dit is bijvoorbeeld bij een gloeilampje goed zichtbaar in het diagram

Slide 17 - Slide

Veranderlijke weerstand: NTC
Bij een NTC wordt de weerstand 
kleiner als de temperatuur groter 
wordt.

Gebruikt bij temperatuursensor

Slide 18 - Slide

Veranderlijke weerstand: LDR
Bij een LDR wordt de weerstand 
kleiner als de hoeveelheid licht
groter wordt.

Gebruikt bij lichtsensor

Slide 19 - Slide

Regelbare weerstand
Je kunt de weerstand zelf aanpassen door te draaien of te schuiven


Slide 20 - Slide

Stroom "afremmen"

Slide 21 - Slide

Weerstanden in serie
De stroomsterkte is overal gelijk:
Itot = I1 = I2

De spanning verdeelt zich:
Utot = U1 + U2

Slide 22 - Slide

Weerstanden parallel
De stroomsterkte verdeelt zich:
Itot = I1 + I2

De spanning is overal gelijk:
Utot = U1 = U2

Slide 23 - Slide

Vervangingsweerstand
Hoe groot is de totale weerstand van meerdere weerstand




Meer weerstanden in serie is                                             
grotere weerstand                                                 

Slide 24 - Slide

Vervangingsweerstand
Hoe groot is de totale weerstand van meerdere weerstand




Meer weerstanden parallel is                                          is
kleinere weerstand                                              

Slide 25 - Slide

Vervangingsweerstand
Hoe groot is de totale weerstand van meerdere weerstand
Serieschakeling                                         Parallelschakeling

Slide 26 - Slide

Sleep de juiste afbeelding naar de component
Lading
C
Weerstand
R
Spanning 
volt
Stroomsterkte
Q
coulomb
ohm
Ω
U
V
A
ampère
I

Slide 27 - Drag question

Begrippen uit deze les
Elektrisch geladen
Lading
Positief, negatief en neutraal
Elektronen
Spanning

Slide 28 - Slide

Begrippen uit deze les

Slide 29 - Slide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 30 - Open question


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 31 - Open question

Volgende les:
Practicum

Slide 32 - Slide