3m H2.1 De industriële revolutie - Ondernemers en arbeiders

Klassenplattegrond
1 / 29
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Klassenplattegrond

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar?
Je hebt je boeken, schrift en etui voor je

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

H2.1 De industriële revolutie - Ondernemers en arbeiders

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
Wat gaan we vandaag doen?
1. Terugkijken naar vorige les
2. Huiswerk nakijken
3. Leerdoelen
4. Voorkennis 'Industriële revolutie'
5. Uitleg leerdoelen 
6. Huiswerk maken
7. Test jezelf leerdoelen
9. Afsluiting

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Nederland als industriële samenleving

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Even terugkijken

Waar hebben we het vorige les over gehad?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

In welke eeuw vond de industriële revolutie plaats?
A
17e eeuw
B
18e eeuw
C
19e eeuw
D
20e eeuw

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat weet je over de industrie in Nederland en België in de 19e eeuw?
timer
1:00

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Huiswerk nakijken

Ga naar bladzijde 50 t/m 57 in je boek en maak de vragen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
...kun je uitleggen wanneer en waardoor de
industrialisatie in Nederland op gang kwam
...kun je uitleggen waarom België eerder
industrialiseerde dan Nederland
...kun je de arbeidsomstandigheden en
woonomstandigheden van ondernemers en
arbeiders in de 19e eeuw beschrijven
...kun je vertellen wat de begrippen industriële revolutie, infrastructuur, afzetgebied, arbeidsomstandigheden, arbeidsdeling en verstedelijking betekenen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al?
Even voorkennis activeren...

Wat betekent revolutie?


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is de grote verandering in deze tijd?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Uitleg leerdoel
Waarom industrialiseerde
België eerder
 dan Nederland?


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Industrialisatie België en Nederland
1815 ontstaat Verenigd Koninkrijk der Nederlanden

België
Rond 1800 is de Industriële Revolutie hier al begonnen (textielfabrieken, kolenmijnen, ijzerertsmijnen)

Nederland
Economie draait op handel en landbouw
- wind/watermolens i.p.v. stoommachines
- nog geen steenkolenmijnen
- weinig spoorwegen
- weinig vraag naar producten door hoge belastingen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Uitleg leerdoel
Wanneer en waardoor kwam de industrialisatie in Nederland op gang?


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Start industrialisatie in Nederland
Koning Willem I (tot 1840)
Maatregelen:
- investeren in infrastructuur (spoorwegen en kanalen)
- opzetten textielindustrie

Rond 1860 komt de Industriële Revolutie echt op gang dankzij de kolonie Nederlands-Indie:
- inkomsten worden gebruikt voor infrastructuur en lagere belastingen
- afzetgebied





Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Uitleg leerdoel
Je kunt de arbeidsomstandigheden en 
woonomstandigheden van ondernemers en 
arbeiders in de 19e eeuw beschrijven


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk

Ga naar bladzijde 58 t/m 59 in je boek en maak de vragen.

Slide 20 - Slide

https://schooltv.nl/video-item/histoclips-de-franse-revolutie-1

Begrippen uit deze les
industriële revolutie
infrastructuur
afzetgebied
arbeidsomstandigheden
arbeidsdeling
verstedelijking

Slide 21 - Slide

This item has no instructions


Test jezelf!

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent industrie?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Wat betekent infrastructuur?
A
Gebruik van een infraroodlamp
B
Stimuleren van de handel
C
Stimuleren van de industrie
D
Aanleg van spoorwegen, kanalen, wegen etc.

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent afzetgebied?
A
Een gebied waar de regering economische maatregelen kan inzetten
B
Een gebied waar de inwoners zich afzetten tegen de overheersers
C
Andere mensen oplichten
D
Een gebied waar ondernemers producten kunnen verkopen

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent arbeidsdeling?
A

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Exit ticket

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Volgende les wil ik graag...
A
nog één keer herhalen over dit onderwerp
B
nog meer informatie over dit onderwerp
C
verder met het volgende onderwerp
D
zelf meer oefenen met dit onderwerp

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 29 - Open question

This item has no instructions