b1a les 5 (ww/pv/ond)

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning

Herhaling 'werkwoorden' (les 5)
uitleg over 'persoonsvorm' en 'onderwerp'
Aan het werk!

Slide 2 - Slide

Werkwoorden
Werkwoorden zijn woorden die aangeven dat je iets doet of dat er iets gebeurt. 

Slide 3 - Slide

Noem eens een voorbeeld
van een werkwoord

Slide 4 - Mind map

Welk werkwoord staat in de zin: 'B1A gaat als een speer met werkwoordspelling!'
A
b1a
B
gaat
C
speer
D
werkwoordspelling

Slide 5 - Quiz

Welk woord is geen werkwoord?
A
Tafelen
B
Stoelen
C
Eten
D
Drinken

Slide 6 - Quiz

Persoonsvorm
Een persoonsvorm is altijd een werkwoord. Het geeft dus aan dat je iets doet of dat er iets gebeurt.
Je kunt 'm vinden door van de zin een vraagzin te maken: dan komt de persoonsvorm vooraan.

Ik eet een appel          Eet ik een appel?

Slide 7 - Slide

Wat is de PV in de volgende zin: 'Ze krijgt een kaartje als bewijs'.

Slide 8 - Open question

Wat is de PV in de volgende zin: 'Wij passen de kleding'.

Slide 9 - Open question

Wat is de PV in de volgende zin: 'Soms heb ik zin in een ijsje'

Slide 10 - Open question

Onderwerp
Het onderwerp van de zin is altijd een persoon, dier of ding.
Je vindt het onderwerp door de vraag te stellen:
'Wie of wat + persoonsvorm?' 

Ik eet een taartje. 
Persoonsvorm = eet
Wie eet?          ik  

Slide 11 - Slide

Onderwerp
Voorbeeld:
Hans en Grietje kwamen te laat bij het huis. 
PV = kwamen

Wie of wat kwamen?         Hans en Grietje

Slide 12 - Slide

Wat is het onderwerp in de volgende zin: 'Wij passen de kleding'.

Slide 13 - Open question

Wat is de onderwerp in de volgende zin: 'Soms heeft hij zin in een ijsje'

Slide 14 - Open question

Wat is de onderwerp in de volgende zin: 'Gisteren liep de hond langs het water'

Slide 15 - Open question

Aan het werk!
Maken: les 5 opdracht opdracht 1 t/m 13

Slide 16 - Slide