Pas na middernacht/was/de laatste bezoeker van Lowlands/vertrokken.
was vertrokken: vertrokken = zww = WWG
de laatste bezoeker van Lowlands = O
Pas na middernacht = bwb (wanneer)
This lesson contains 18 slides, with text slides.
Het bekende hockeytoernooi/zal/volgend jaar/in Duitsland/zijn.
zal zijn = WWG: er is geen bn of znw in de zin dat iets zegt over het O
volgend jaar = bwb (wanneer)
in Duitsland = bwb (waar)
Bij meer dan 1 werkwoordsvorm in de zin is de persoonsvorm altijd het hww en het andere werkwoord (en) zijn dan kww of zww.
Is het belangrijkste werkwoord een zww -> WWG
Voor wie/hebben/jullie/eigenlijk/zo'n gekke poster/gekocht?
voor wie = mv
Voor een meewerkend voorwerp kan je aan of voor zetten of het staat voor het zinsdeel.
Hij heeft het voor mij gedaan.
Hij geeft mij een boek.
Daarom/mochten/wij/die middag/niet/naar binnen.
naar binnen = bwb (waarheen)
Dit kan nooit een LV zijn! Een LV begint nooit met een VOORZETSEL
Zou/dat/voor mij/duidelijk/zijn?
zou duidelijk zijn + NAG
DUS alle werkwoorden + bvn/znw vormen samen het NAG
Zet boven alle zinsdelen NAG
Dat/is/nog altijd/niet/duidelijk.
Dat = O
is duidelijk = NAG
nog altijd en niet = bwb
zin 28
Een huwelijk tussen Mathilde en je broer/lijkt/mij/zeer onwaarschijnlijk.
lijkt zeer onwaarschijnlijk = NAGmij = MV (aan mij)
Deze vormen kunnen nooit onderwerp zijn!!!
Het lijkt mij onmogelijk
Het lijkt ons onmogelijk
Het lijkt haar onmogelijk
Alles wat voor de persoonsvorm staat, is 1 zinsdeel!
Tijdens de spannende wedstrijden/bleek/Zuid-Korea/bijzonder sterk/te zijn.
In een zin met een NAG staat nooit een LV
Een LV begint nooit met een voorzetsel!
Geef/ons/maar een ons ham/bij het ontbijt!
In een zin in de gebiedende wijs staat nooit een ONDERWERP.
Als aan of voor een plaats aanduidt dan is het geen mv maar een bwb
Aan de waterkant stond hij te vissen.
Voor de deur staat de verhuiswagen.