5.2

Naam
Nummer
Naam
Nummer
Rhodé Bakker
1
Anouar Ouali
13
Jonah Balentina
2
Floris van der Reijd
14
Jasmijn Böhm
3
Yenthe Stalknegt
15
Eva Elzerman
4
Roan Vermeer
16
Shiloh Frijda
5
Anna van de Vijver
17
Ghina Gangadien
6
Mauro Westerbeek
18
Daan van Gelder
7
Kajan Wever
19
Luciano van Hal
8
Noor Yosef
20
Jane Huisman
9
21
Sama Kamali
10
22
Rodin Langejans
11
23
Klena Mohammed
12
24
25
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Naam
Nummer
Naam
Nummer
Rhodé Bakker
1
Anouar Ouali
13
Jonah Balentina
2
Floris van der Reijd
14
Jasmijn Böhm
3
Yenthe Stalknegt
15
Eva Elzerman
4
Roan Vermeer
16
Shiloh Frijda
5
Anna van de Vijver
17
Ghina Gangadien
6
Mauro Westerbeek
18
Daan van Gelder
7
Kajan Wever
19
Luciano van Hal
8
Noor Yosef
20
Jane Huisman
9
21
Sama Kamali
10
22
Rodin Langejans
11
23
Klena Mohammed
12
24
25

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Herhalen vorige les.
  • Huiswerk controleren.
  • Uitleg 5.2
  • Werken.
  • Uitleg 5.2

Slide 2 - Slide

Vul de juiste woorden in.
In de middeleeuwen organiseerden mensen met hetzelfde werk zich in een ...A... De organisatie maakte afspraken over de  ....B.... en de ....B.... Om lid te worden van deze groep moest je ....C.... zijn. Als je een ambacht wilde leren was je eerst .....D.... daarna werd je een ....E.... en dan mocht je de ....F.... dat is een soort examen.

Slide 3 - Slide

Bij welke gilde hoort deze ketting?

Slide 4 - Slide

Nakijken.

  • Paragraaf 1.2 vraag 1 t/m 12.
  • Eén persoon leest de vraag voor.
  • Heb je iets anders? Steek je vinger op en zeg het, soms is meer dan één antwoord goed.
  •  Zorg ervoor dat je de juiste antwoorden overneemt.

Slide 5 - Slide

les doel
1) Ik kan uitleggen wat het christelijke geloof in de late middeleeuwen inhield.
2) Ik kan beschrijven hoe de kerk in de late middeleeuwen was georganiseerd.
3) Ik kan uitleggen hoe de kerk in de late middeleeuwen omging met mensen met andere geloofsovertuigingen.

Slide 6 - Slide

Eén kerk
In de middeleeuwen was er één kerk; de katholieke kerk.
  • De dienst was in het Latijn.
  • Alleen de preister kon de bijbel lezen (latijn).
  • De kerken waren versierd.

Slide 7 - Slide

Naar de hemel of....
  • Het leven in de Middeleeuwen was zwaar. Ziekte, armoede, hard werken.
  • Mensen wilden na de dood naar de hemel.
  • Ze moesten proberen zonder zonde te leven.

Slide 8 - Slide

Heiligen
  • Sommige gesstelijken werden na hun dood heilig verklaard.
  • Ze hadden in hun leven een wonder gedaan.
  • Ze konden nog steeds mensen helpen.
  • Gelovigen gingen op bedevaart, een reis, om naar de resten van een heilige te gaan.
heilige Brigida

Slide 9 - Slide

Organisatie
  1. Paus
  2. Bischoppen. Besturen een deel van het grondgebied (bisdom) van de kerk. Hij heeft zijn eigen kathadraal, een grote belangrijke kerk.
  3. Elke plek heeft zijn eigen kerk heeft zijn eigen priester.

Slide 10 - Slide

Aan het werk.
10 minuten. 

Werk in tweetallen of met z'n drieën.
5.2 Lees blz 75 en 76. 
5.2 Maak vraag 1 tm 8.
timer
10:00

Slide 11 - Slide

Ketters
Iedereen was Katholiek in de Middel Eeuwen.
  • Om in de hemel te komen gaven christenen geld of grond aan de kerk.
  • De kerk werd steeds rijker. Geestelijken hadden een steeds luxer leven.

Slide 12 - Slide

Andere geloven
  • Mensen die kritiek hadden op de kerk, werden ketters genoemd.
  • De kerk wilde van de ketters af.
  • Ook Joden hadden het zwaar in Europa. De kerk behandelde ze anders.
  • Moslims werden gezien als vijanden. Er werd zelfs een kruistocht tegen ze geoorganiseerd door de kerk om ze uit Jersusalem te krijgen.

Slide 13 - Slide

Huiswerk
paragraaf 5.2 vraag 1 tm 13 af

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide