Les 9 Verandermanagement

1 / 32
next
Slide 1: Slide
Lean en creatiefMBOStudiejaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

timer
1:00

Slide 4 - Slide

7 veranderingslessen!

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wat is stress?
  • Spanning
  • Dingen des levens = aanleiding
  • Tolerantie, teken van zwakte?
  • Goede stress
  • Stressjagers
  • Negatieve effecten

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Stress voorkomen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

5
timer
10:00

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat is creativiteit?
A
Oplossingen zoeken voor problemen
B
Goed kunnen schilderen
C
Standaardoplossingen verzinnen
D
Met een open mind oplossingen voor problemen verzinnen

Slide 14 - Quiz

Welke eigenschappen worden door de rechter hersenhelft gestuurd?
A
Logica, intuïtie, intellect, inzicht
B
Intuïtie, creativiteit, verbeelding, ruimtelijk inzicht
C
Proactief, analytisch, zintuiglijk
D
Wetenschappelijk, rationeel, methodisch, proactief

Slide 15 - Quiz

Welke eigenschap wordt door de linkerhersenhelft gestuurd? (meerdere antwoorden goed)
A
Intuïtie
B
Gevoel
C
Rationeel
D
Logisch denken

Slide 16 - Quiz

Lean betekent
A
Afvallen
B
Groter maken
C
Ontwikkelen
D
Vermindering van verspilling

Slide 17 - Quiz

Wat hoort bij Lean? (meerdere antwoorden goed)
A
Je leven lang leren
B
Geen fouten mogen maken
C
De mens staat centraal
D
Continu verbeteren

Slide 18 - Quiz

De leanprincipes zijn....
A
Waarde, geldstroom, verandering, pull, verbeteren
B
Productie, precies, power, plezier, presteren
C
Waarde, waardestroom, flow, pull, perfectie
D
Waardestroom, presteren, flow, push, perfectie

Slide 19 - Quiz

Leiderschap binnen lean wil zeggen.....
A
Leider is onderdeel van het team
B
Leider is vaak op de werkvloer en ondersteunt
C
Leider bedenkt beleid en laat dit uitvoeren
D
Leider straft bij fouten

Slide 20 - Quiz

Iemand die een voorkeur heeft voor kinestetisch presenteren zou kunnen zeggen....
A
Ik voel dat...
B
Ik denk dat...
C
Ik hoor dat....
D
Ik zie dat.....

Slide 21 - Quiz

Een presentatie bouw je als volgt op...
A
Kinesthetisch, automatisch, video, auditief
B
Korte intro, actieve presentatie, video, vragen, opvallend einde
C
Korte introductie, attractieve presentatie, afronding
D
Kinesthetisch, auditief, visueel, auditief, kinesthetisch

Slide 22 - Quiz

Feedback betekent
A
Evalueren
B
Complimenten geven
C
Commentaar op iemand geven
D
Reactie op iemands gedrag geven

Slide 23 - Quiz

Feedback geven via het sandwichmodel, hoe doe je dat?
A
Wat ging goed, wat kan beter, algemene positieve samenvatting
B
Verbeterpunten, goede dingen, samenvatting
C
Dingen die goed gingen, dingen die fout gingen, samenvatting
D
Samenvatting wat er verkeerd ging, goede punten

Slide 24 - Quiz

MUDA betekent.....
A
Verandering is altijd nodig
B
Verspilling
C
Verbetering
D
Er is geen toegevoegde waarde aan een proces

Slide 25 - Quiz

Welke vormen zijn onderdeel van de 8 verspillingen...
A
Transport
B
Magazijn
C
ICT
D
Talent

Slide 26 - Quiz

Welke vormen zijn onderdelen van de 8 verspillingen...
A
Wachten
B
Koffie drinken
C
Beweging
D
Overleg

Slide 27 - Quiz

Er is sprake van een foplossing als...
A
De oorzaak van een probleem wordt opgespoord
B
Een probleem niet wordt opgelost
C
De oorzaak niet gevonden wordt maar er wel een oplossing komt
D
Er een vreemde oplossing gevonden wordt

Slide 28 - Quiz

Het visgraatdiagram gebruik je...
A
Als je de oplossing al weet
B
Als je oplossingen in kaart wilt brengen
C
Als je een oplossing voor het probleem zoekt
D
Als je de 5xW-methode gebruikt

Slide 29 - Quiz

Wat past het beste bij de 5xW-methode?
A
Kinderachtig
B
Gebruikt door veel kinderen
C
Veel vragen stellen
D
Helpt om de waarheid te vinden

Slide 30 - Quiz

De vissenkop van het visgraatdiagram staat voor.....
A
De oplossing
B
Een waarde
C
Het probleem
D
Een cyclus

Slide 31 - Quiz

Piet heeft ervaring in de bediening, hij werkt nu in de afwas. Verspilling?
A
Beweging
B
Transport
C
Talent
D
Overproductie

Slide 32 - Quiz