Les 2 Extra - Gereedschapsquiz

Gereedschap quiz
Wat weet jij van gereedschap?
1 / 45
next
Slide 1: Slide
TechniekVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Gereedschap quiz
Wat weet jij van gereedschap?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Dit is een zijkniptang, met deze tang knippen we draden door.
A
B
C
D

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

als je met elektriciteitsdraden werkt en je hebt een tang nodig, moet het onderstaande logo op de handvaten staan, zodat je weet dat het veilig is
A
B
C
D

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Dit is een platbektang, om dingen mee vast te pakken
A
B
C
D

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Dit is een striptang, met deze tang haal je de mantel (buitenste kunststof laag) van elektriciteiten draden af.
A
B
C
D

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

De bek van een striptang kun je in
grote vestellen, door aan het
wielentje te draaien.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

met een rondbek tang kun je
1 buigen met kans op beschadigingen
2 buigen zonder te beschadigen
3 buigen en knippen
A
1 is juist
B
2 is juist
C
3 is juist
D
alle drie onjuist

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

als je met elektriciteitsdraden werkt en je hebt een tang nodig, moet het onderstaande logo op de handvaten staan, zodat je weet dat het veilig is
A
B
C
D

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welke zaag is een schrobzaag
A
B
C
D

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welke zaag is een kapzaag
A
B
C
D

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Welke zaag is een ijzerzaag
A
B
C
D

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je het bakje die je bij
een kapzaag kunt gebruiken
A
zaagbak
B
kapverstekbakje
C
verstekbak
D
kapzaagbak

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

waarom zaag je naast de lijn en niet er op
1 zodat je ziet waar je zaagt
2 omdat je de lijn gemeten hebt op juiste afstand
A
1 is juist
B
2 is juist
C
alle twee zijn juist
D
geen zijn juist

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Voordeel van een invalzaag
1 met een liniaal zaag je mooi recht
2 kunt erg precies zagen
3 zaagt vrijwel splinter vrij
A
1 is juist
B
2 is juist
C
3 is juist
D
allen zijn juist

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de naam van het onderdeel van de lijmklem naar het goede vlak
handvat
spanarm

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Deze klem noemen we ook wel een ...
A
snelspanner
B
lijmklem
C
boormachine klem
D
veerklem

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Deze klem noemen we ook wel een ...
A
snelspanner
B
lijmklem
C
boormachine klem
D
veerklem

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet deze hamer
A
klauwhamer
B
timmermanshamer
C
moker
D
bankhamer

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet deze hamer
A
klauwhamer
B
timmermanshamer
C
moker
D
bankhamer

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Een kloofhamer gebruik je om bomen mee om te hakken
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Je kunt voorkomen om je op de vinger te slaan door
meerdere antwoorden zijn goed.
A
de spijker er zachtjes in te slaan
B
de spijker vast te pakken met een tang
C
de spijker met een papier vastpakken
D
de spijker er oplijmen

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

bij het aftekenen van een boorgat teken je geen rondje, maar een kruisje
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Om in metaal te boren sla je eerst een deuk in het metaal met een centerpons
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Bij het boren kan de boor oververhit raken.
meerdere antwoorden zijn juist. om er voor te zorgen dat dit niet gebeurd
A
door de boor op en neer te bewegen
B
door op de boor te blazen
C
door de boor te koelen in bijv. water
D
door met de boor te zwaaien

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

De boor op de afbeelding heeft
een verdikte vleugel op de punt,
dit is een
A
houtboor
B
metaalboor
C
speedboor
D
steenboor

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

De boor op de afbeelding heeft
een verdikte vleugel op de punt,
dit is een
A
houtboor
B
metaalboor
C
speedboor
D
steenboor

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Om ervoor te zorgen dat het hout
niet splintert bij een speedboor druk
je de boor er zo snel mogelijk
doorheen.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

onjuist, je boort net ze ver dat de punt door het hout is. Dan draai je het hout om en boor je vanaf die kant de andere helft.
Hoe noemen we deze boor
A
gatenboor
B
gatenzaag
C
grote boor
D
grote gaten boor

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Een laag toerental op de elektrische schroef machine zorgt voor, betere controle over de schroef bijv. weten dat je niet te diep schroeft
A
eens
B
oneens

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Met de elektrische schroefmachine kun je de boorstand goed gebruiken om te schroeven
A
eens
B
oneens

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

waarom boor je soms voordat je gaat schroeven een gaatje in een houtenplank.
A
dan gaat de schroef er makkelijk in
B
om te kijken of de schroef past
C
voorkomt dat het hout splijt
D
om te kijken of het hout niet te dik is

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Deze schroevendraaier heet
A
sleufschroefdraaier
B
kruiskopschroefdraaier
C
torxschroefdraaier
D
spanningzoeker

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Deze schroevendraaier heet
A
sleufschroefdraaier
B
kruiskopschroefdraaier
C
torxschroefdraaier
D
spanningzoeker

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

waar gebruik je deze
(kleine) schroevendraaiers voor
A
bril te repareren
B
scharnier van deur vast te zetten
C
vogelhuisje te schroeven
D
tuinhuisje te schroeven

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Welke schroef hoort bij welk plaatje 
Torx
PH
PZ

Slide 35 - Drag question

This item has no instructions

Je wilt de maten van deze koker weten,  hoe meet je deze.

diepte
binnenkant
buitenkant
kleine meetbek
grote meetbek
Pen

Slide 36 - Drag question

This item has no instructions

Met een schrijfhaak
A
kun je 90 graden hoeken aftekenen en controleren
B
kun je rechterlijnen aftekenen
C
kun je 45 graden hoeken aftekenen en controleren
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

welke korrel hoort bij wel schuurpapier
fijn schuurpapier
zeer fijn schuurpapier
grof schuurpapier
korrel 60
korrel 120
korrel 240

Slide 38 - Drag question

This item has no instructions

Als je schuurt doe je dat


* houtnerf zijn de lijnen in het hout
A
met de houtnerf mee
B
tegen de houtnerf in

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Als je schuurt ga je van fijn naar grof om het beste resultaat te krijgen
A
juist
B
onjuist

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Een bandschuurmachine gebruik je om
grote oppervlakten te schuren.
A
juist
B
onjuist

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

De Multi schuurmachine gebruik je alleen
voor kleinere oppervlaktes

A
juist
B
onjuist

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Potloden zijn er in harde en met zachte punten. De harde gebruik je voor technische tekeningen, deze maken strakke lijnen. De zachte potloden gebruik je voor schetsen deze kun je makkelijk vervagen.




H1 Potlood
B1 potlood
HB potlood
hard potlood
zacht potlood
Normaal potlood

Slide 43 - Drag question

This item has no instructions

Dit noemen we
A
kraspen
B
Kruishout
C
Kraskurk
D
houtkurk

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Met een centerpons
A
kras je op metaal
B
deuk je het metaal in om te boren
C
druk je een gat in het metaal
D
sla je een gat in het metaal

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions