Herhaling H2

H2: Nederland in 2050

1 / 39
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H2: Nederland in 2050

Slide 1 - Slide

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les....
  • Weet ik wat ik moet leren van hoofdstuk 2

  • Heb ik geoefend met vragen 


Slide 2 - Slide

Programma
  • Wat moet ik leren van Hoofdstuk 2? 

Slide 3 - Slide

Wat moet ik leren van H2? 
  • Dikgedrukte begrippen (blauw + zwart)
  •  Paragraaf 1 t/m 4
  • Kijk eens in de Magister / gedeelde map

In sneltreinvaart door de paragrafen... 

Slide 4 - Slide

2.1 De stad in 2050
  • De NLse bevolking blijft groeien, vooral in steden. Waar laten we al die mensen?

  • Waarom willen mensen vooral in de Randstad wonen?

  • Woningtekort + huishoudverdunning

Slide 5 - Slide

2.1 De stad in 2050
  • Door stedelijke verdichting kunnen veel nieuwe woningen in de steden gebouwd worden

  • Dat doen ze door: herinrichting. In gebieden die niet meer gebruikt worden huizen en voorzieningen bouwen. Zo wordt de ruimte in de stad beter benut.

  • Dit beleid noemen we compactestadbeleid

     

Slide 6 - Slide

2.1 De stad in 2050
  • Om het drukke leven in de stad niet vast te laten lopen zijn aanpassingen nodig.


    Smart city 
  • Smart mobility?
  • Smart agriculture?
  • Smart energy?

Slide 7 - Slide

2.1 De stad in 2050
  • Meer mensen betekent ook meer afval, meer verkeer en meer energievergruik...  


Duurzame stad

Slide 8 - Slide

2.1 De stad in 2050
  • Door de grote vraag aan woningen en het beperkte aanbod worden de huizen duur. Niet iedereen kan meer betalen om in de stad te wonen.


Sociale huurwoningen

Slide 9 - Slide

2.2 Het platteland in 2050
  • Landbouw grootste ruimtegebruiker

  •  Enorme productie door
    intensieve landbouw, 
    maar dat is schadelijk voor 
    de natuur
Ruimte gebruik in NL

Slide 10 - Slide

2.2 Het platteland in 2050
  • Door nieuwe technieken minder werknemers nodig op boerenbedrijf

  • Er komen minder boerenbedrijven, en de boerenbedrijven die er wel zijn worden groter.

  • steeds minder mensen op platteland: Bevolkingskrimp
    Hierdoor neemt de leefbaarheid af. 

Slide 11 - Slide

2.2 Het platteland in 2050
  • Door nieuwe technieken minder werknemers nodig op boerenbedrijf

  • Er komen minder boerenbedrijven, en de boerenbedrijven die er wel zijn worden groter.

  • steeds minder mensen op platteland: Bevolkingskrimp
    Hierdoor neemt de leefbaarheid af. 

Slide 12 - Slide

Draagvlak en drempelwaarde
Draagvlak = aantal mogelijke klanten binnen de reikwijdte.

Drempelwaarde = minimum aantal klanten dat een voorziening nodig heeft. 

Door bevolkingskrimp verdwijnen voorzieningen met een lage drempelwaarde van het platteland. 



Slide 13 - Slide

2.2 Het platteland in 2050
  • Hoe kunnen we het platteland beter maken?
    Wat gaan we doen met de ruimte?

    1) meer natuur- en recreatie?
    2) duurzame energie opwekken?
    3) Huizen bouwen en werk brengen (spreidingsbeleid)

Slide 14 - Slide

2.2 Het platteland in 2050
  • Hoe kunnen boeren duurzamer zijn? 
    2 opties genoemd in je boek:

1. Natuur-, Milieu- en diervriendelijk 

- Geen bestrijdingsmiddelen gebruiken
- Grond terug geven aan de natuur
- De overheid moet de boeren dan goed betalen voor deze maatregelen
2. Verplaatsen van boerenbedrijven

- Grondgebonden boerenbedrijven verhuizen naar een plek waar de grond het beste is. 
- Niet grondgebonden boerenbedrijven kunnen verhuizen naar bedrijventerreinen (vertical farms). 

Slide 15 - Slide

2.2 Het platteland in 2050
Vertical farms

Voedsel geteeld op meerdere
etages. 

Dit kan ook in de stad! 

Slide 16 - Slide

2.3 Mobiliteit in 2050
Uitdagingen toename mobiliteit: files en uitstoot

  1. Slimmer en sneller OV
  2. Delen scheelt: goedkoop / snel / duurzaam
  3. Compactestadbeleid: minder reizen
  4. Slimmer op weg: apps actuele files / routeplanner / parkeerruimte etc

Slide 17 - Slide

2.4 Amsterdam in 2050
Uitdagingen toename bevolking + mobiliteit

  1. Infrastructuur: gericht op fietsers en OV, want autoluw
  2. herinrichting oude industriegebieden: wonen + werken
  3. Creatieve stad: bedrijfsverzamengebouwen, waarom?
  4. Selectieve migratie: expats + hoogopgeleiden erin, gezinnen eruit.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Oefenen met vragen

Slide 20 - Slide

Wat is geen nadeel van verdichting?
A
Kleine appartementen
B
Dure woningen
C
Geen tuin
D
Minder ruimte voor natuur

Slide 21 - Quiz

Er is hier sprake van:
A
verdichting en renovatie
B
verdichting en transformatie
C
renovatie en transformatie
D
verdichting en renovatie

Slide 22 - Quiz

Wat is vergroening?
A
Het vervangen van groen door beton
B
Het toevoegen van meer auto's aan een stad
C
Het verwijderen van groen uit een stad
D
Het toevoegen van groen aan een stad

Slide 23 - Quiz

Wat is de rol van burgers in het vergroenen van een stad?
A
Burgers moeten betalen voor vergroening
B
Burgers kunnen helpen bij het aanleggen en onderhouden van groene ruimtes
C
Burgers kunnen vergroening tegenhouden
D
Burgers hebben geen invloed op vergroening

Slide 24 - Quiz

Wat zijn voordelen van vergroening in een stad?
A
Het verbeteren van de luchtkwaliteit
B
Het vergroten van de verkeersdrukte in een stad
C
Het verminderen van de hitte in een stad
D
Het verhogen van de kosten voor de inwoners van een stad

Slide 25 - Quiz

Sociale huurwoning =
A
een goedkope huurwoning voor arme mensen
B
een woning waar heel veel mensen bij elkaar wonen
C
een woning die gekocht is
D
een woning waar rijke mensen wonen

Slide 26 - Quiz

Spreidingsbeleid
Concentratiebeleid
Veel files
Compacte stadsbeleid
Vanaf 1990
Meer aandacht voor Randstad
Vanaf 1960
VINEX
Groeikernen
Verloedering binnenstad
Purmerend

Slide 27 - Drag question

Verbind elke omschrijving met het juiste begrip.
Sustainable City
Smart City
Stedelijke groei
Bevolkingskrimp
De speelgoedwinkel sluit zijn deuren
Subsidie voor de stadstuin
Studentenhuisvesting in containers
Stadverlcihting met ledlampen

Slide 28 - Drag question

Welke gewassen worden vaak verbouwd in een verticale boerderij?
A
Vlees en vis
B
Fruit en rijst
C
Bloemen en noten
D
Bladgroenten en kruiden

Slide 29 - Quiz

Wat is een nadeel van een verticale boerderij?
A
Het is duurder dan een normale boerderij
B
Het heeft geen nadelen
C
Er kunnen meer gewassen worden verbouwd
D
Er is minder land nodig

Slide 30 - Quiz

Wat is het voordeel van een verticale boerderij?
A
Er is meer land nodig
B
Het is duurder dan een normale boerderij
C
Er is minder land nodig
D
Er kunnen minder gewassen worden verbouwd

Slide 31 - Quiz

Urbanisatie
Re-urbanisatie
Suburbanisatie
Ouders met kinderen
Oude mensen
Studenten
Forensen
Mensen die werk zoeken

Slide 32 - Drag question

Wat zijn mogelijke oplossingen voor vervoersarmoede?
A
Enkel autodelen aanmoedigen, geen andere maatregelen nemen
B
Alleen openbaar vervoer verbeteren, geen andere maatregelen nemen
C
Openbaar vervoer verbeteren, fietsen promoten, autodelen aanmoedigen
D
Kosten van openbaar vervoer verhogen, autogebruik stimuleren, geen maatregelen nemen

Slide 33 - Quiz

Wat zijn de gevolgen van vervoersarmoede?
A
Verbeterde toegang tot medische zorg en onderwijs, toename van sociale contacten
B
Sociale ongelijkheid, toename van economische groei
C
Verbeterde toegang tot werk en voorzieningen, toename van sociale contacten
D
Sociale uitsluiting, beperkte toegang tot werk en voorzieningen

Slide 34 - Quiz

Een stad met nieuwe ontwikkelingen / innovatie in de creatieve industrie
A
Creatieve stad
B
Smart city
C
Nieuwbouw
D
Utereg

Slide 35 - Quiz

Bij welke vorm van stadsvernieuwing worden oude woningen gesloopt om plaats te maken voor nieuwe woningen?
A
renovatie
B
saneren
C
restaureren
D
herstructureren

Slide 36 - Quiz

In het kantorenpark tussen de Amsterdam Arena en het AMC worden kantoren omgebouwd tot appartementen.
Van welk proces is hier sprake?
A
Segregatie
B
Restaurering
C
Herstructurering
D
Sanering

Slide 37 - Quiz

Uit welke drie onderdelen bestaat een buurtprofiel
A
Woningeigendom, etniciteit, veiligheid
B
Woningkenmerken, inkomen, woonomgeving
C
Woningkenmerken, bewonerskenmerken, woonomgeving
D
Woningtype, bewonerskenmerken, woonomgeving

Slide 38 - Quiz

Dit cijfer denk ik voor de toets te gaan halen:
Vul het op deze manier in 6.5 = 65
0100

Slide 39 - Poll