- zelfstandig werken aan opdrachten 34 t/m 37 op blz 121
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Vandaag
-Huiswerkcheck
-terugblik dmv quiz
- zelfstandig werken aan opdrachten 34 t/m 37 op blz 121
Slide 1 - Slide
huiswerk
pak je boek op blz 116
Slide 2 - Slide
Welke hormonen maakt de hypofyse die belangrijk zijn voor voortplanting?
Slide 3 - Open question
Mitose
Meiose
vorming van huidcellen
diploide cellen
ongeslachtelijke voortplanting
reductiedeling
vorming van zaadcellen
dochtercellen identiek aan moedercel
haploide cellen
geslachtelijke voortplanting
vorming van eicellen
2n -> n+n -> n+n+n+n
2n -> 2n + 2n
Slide 4 - Drag question
Waar bij hoort deze formule: 2N > N + N
A
Mitose
B
Meiose I
C
Meiose II
D
Bevruchting
Slide 5 - Quiz
Bestudeer de afbeeling. Er gaat hier iets fout tijdens de meiose 1: Leg uit wat er fout gaat. Leg OOK uit hoe deze fout resulteert in bijv. syndroom van Down.
Slide 6 - Open question
Hoe zat dat ook al weer bij de mens? We spreken van bevruchting als:
A
Er een embryo is ontstaan
B
De kern van de zaadcel is versmolten met de kern van de eicel
C
er een zaadcel in de eicel is gekomen
D
bevruchting? dat is toch iets met vruchten...
Slide 7 - Quiz
Welke organen produceren een component van sperma?
A
E, A en H
B
F, B en C
C
A en B
D
E, F en H
Slide 8 - Quiz
Welke organen produceren eicellen?
A
1
B
3
C
5
D
7
Slide 9 - Quiz
Wat is de beste omschrijving van een hormoon?
A
Een signaalstof
B
Een signaalstof, gemaakt door een hormoonklier
C
Een signaalstof, gemaakt door een hormoonklier dat via het bloed wordt vervoerd
D
Een signaalstof, gemaakt door een hormoonklier dat via het bloed wordt vervoerd en een werking heeft op een doelwitorgaan
Slide 10 - Quiz
GnRH stimuleert de hypofyse tot:
A
de aanmaak van FSH en LH bij vrouwen
B
de aanmaak van FSH en LH bij mannen
C
de aanmaak van FSH en LH bij mannen en vrouwen
Slide 11 - Quiz
Waar zijn de cellen van Leydig gevoelig voor en wat gaan ze dan doen?
A
Ze zijn gevoelig voor FSH, ze gaan dan zaadcellen produceren
B
Ze zijn gevoelig voor FSH en ze gaan dan testosteron produceren
C
Ze zijn gevoelig voor LH en gaan dan zaadcellen produceren
D
Ze zijn gevoelig voor LH en gaan dan testosteron produceren
Slide 12 - Quiz
Het proces waarbij de vorming van een hormoon de vorming van een eerder hormoon REMT heet ...
A
negatieve terugkoppeling
B
positieve terugkoppeling
C
neutrale terugkoppeling
D
vooruitkoppeling
Slide 13 - Quiz
Wat is een follikel?
A
een andere naam voor eicel
B
de spermatozoïde in de testes
C
een met vocht gevuld blaasje met daarin de eicel
Slide 14 - Quiz
FSH stimuleert...
A
ontwikkeling follikel EN productie oestrogeen
B
ontwikkeling geel lichaam EN productie progesteron
Slide 15 - Quiz
Als er geen bevruchting is, dan
A
vervalt het geel lichaam en worden oestrogenen en progesteron niet meer aangemaakt en start de menstruatie
B
wordt het geel lichaam gestimuleerd en blijft er oestrogeen en progesteron gemaakt worden, daardoor start de menstruatie
Slide 16 - Quiz
Onder invloed van FSH gaan Sertoli-cellen
A
zaadproductie remmen
B
zaadproductie stimuleren
C
testosteronproductie remmen
D
testosteronproductie stimuleren
Slide 17 - Quiz
De cellen van Sertoli zijn gevoelig voor
A
FSH
B
LH
Slide 18 - Quiz
GnRH is een releasing hormoon dat ...
A
in de hypothalamus wordt gemaakt en als doelwit orgaan de hypofyse heeft
B
in de hypofyse wordt gemaakt en als doelwit orgaan de hypothalamus heeft
Slide 19 - Quiz
Welk hormoon wordt met 2 aangegeven? (Tip: kijk in BiNaS tabel 86C)
A
LH
B
FSH
C
Oestrogeen
D
Progesteron
Slide 20 - Quiz
Welk hormoon wordt met 4 aangegeven? (Tip: kijk in BiNaS tabel 86C)
A
LH
B
FSH
C
Oestrogeen
D
Progesteron
Slide 21 - Quiz
Welke twee hormonen zorgen voor het dikker worden van het baarmoederslijmvlies?
A
HCG en Progesteron
B
LH en FSH
C
Oestrogenen en HCG
D
Oestrogenen en progesteron
Slide 22 - Quiz
Een vrouw is zwanger, welk hormoon zal gedurende de zwangerschap meer in het lichaam aanwezig zijn.
A
oestrogeen
B
progesteron
Slide 23 - Quiz
Welk hormoon zorgt er voor dat het baarmoederslijmvlies in stand blijft?