KSC.1.10

KSC.1.10
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BeveiligingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

KSC.1.10

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Beschrijft volgens het Wetboek van Strafrecht het begrip
wederrechtelijke vrijheidsberoving. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over het begrip wederrechtelijke vrijheidsberoving?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Vraag 1: Wat is wederrechtelijke vrijheidsberoving?
A
Het ontvoeren van iemand zonder toestemming.
B
Het tijdelijk vasthouden van iemand met zijn/haar toestemming.
C
Het onterecht aanklagen van iemand.
D
Het zonder toestemming openen van iemand zijn post.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 2: Welke van de volgende situaties valt onder wederrechtelijke vrijheidsberoving?
A
Iemand zonder toestemming vasthouden in een kamer.
B
Iemand uitnodigen voor een gesprek.
C
Iemand vragen om te wachten in een lobby.
D
Iemand helpen om zijn huis te verlaten.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Vraag 3: Welke wetgeving in Nederland regelt wederrechtelijke vrijheidsberoving?
A
Wetboek van Strafrecht
B
Burgerlijk Wetboek
C
Wet op de Privacy
D
Wegenverkeerswet

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wet artikel ontleden
Artikel 282  
1 Hij die opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid berooft of beroofd houdt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2 Indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie.
3 Indien het feit de dood ten gevolge heeft, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
4 De in dit artikel bepaalde straffen zijn ook van toepassing op hem die opzettelijk tot de wederrechtelijke vrijheidsberoving een plaats verschaft.



Slide 7 - Slide

Bespreek de elementen van het artikel.
Ontleed het artikel. welke bestandsdelen zijn nodig om strafbaar te zijn.
Een verdachte aanhouden op heterdaad.
A
wederrechtelijke vrijheidsberoving
B
geen wederrechtelijke vrijheidsberoving

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Je partner vraagt jouw om zich vast te laten maken aan het bed.
A
wederrechtelijke vrijheidsberoving
B
geen wederrechtelijke vrijheidsberoving

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Een verdachte buiten heterdaad opsluiten in het magazijn om over te dragen aan de politie
A
wederrechtelijke vrijheidsberoving
B
geen wederrechtelijke vrijheidsberoving

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Een gedetineerde wordt opgesloten in zijn cel.
A
wederrechtelijke vrijheidsberoving
B
geen wederrechtelijke vrijheidsberoving

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Een collega voor de lol opsluiten in de bezemkast.
A
wederrechtelijke vrijheidsberoving
B
geen wederrechtelijke vrijheidsberoving

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoel
Beschrijft volgens het Wetboek van Strafrecht het begrip
wederrechtelijke vrijheidsberoving. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions