Rekenen 16 april

Rekenen
Wat heb je nodig: 
- een liniaal
- een potlood 
- een pen
- een gum

Let op: Dit is een nieuw doel, iedereen doet mee
1 / 19
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Rekenen
Wat heb je nodig: 
- een liniaal
- een potlood 
- een pen
- een gum

Let op: Dit is een nieuw doel, iedereen doet mee

Slide 1 - Slide

Even herhalen...

Slide 2 - Slide

Wat weten we al:

 
1 kilometer: de weg van huis naar school
1 meter: de bordliniaal of een grote stap
1 decimeter: ongeveer de lengte tussen duim en wijsvinger                     of de lengte van een lijmstift 
1 centimeter: ongeveer de dikte van je duim

Slide 3 - Slide

Wat weten we al:

 
1 km (kilometer) = 1000 m (meter)



                             1 m (meter) = 10 dm (decimeter)



1 dm (decimeter) = 10 cm (centimeter)  


Slide 4 - Slide

1 m  = 10 dm = 100 cm

100 cm = 10 dm = 1 m

Slide 5 - Slide

Opwarmer
Je werkt maximaal 5 minuten aan som 0 van les 4
Kom daarna weer terug naar LessonUp!




Opwarmer
Op de volgende pagina's zie je 4 quizvragen.
Klik heb juiste antwoord aan.



Slide 6 - Slide

1 m = ... cm
A
10 centimeter
B
100 centimeter
C
1000 centimeter
D
10000 centimeter

Slide 7 - Quiz

1 m = ... dm
A
10
B
100
C
1000
D
10000

Slide 8 - Quiz

2 dm is ... cm
A
20
B
200
C
2000
D
2

Slide 9 - Quiz

60 cm = ... dm
A
600
B
6
C
60
D
6000

Slide 10 - Quiz

5b Blok 2 week 3 les 4
5b Blok 3 week 1 les 3

Slide 11 - Slide

Doel: Ik weet wat een millimeter is.
         Ik kan met een liniaal meten in centimeter en 
         millimeter.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Een punt van een punaise is ongeveer 1 mm dik.

Slide 16 - Slide

Sleep op de volgende pagina de plaatjes naar de juiste maat

Slide 17 - Slide

Ongeveer 1 mm
Groter dan 1 mm

Slide 18 - Drag question

                               Aan de slag! 
Nu ga je zelf voorwerpen meten en aflezen van de linaal.
Maak (dit geldt voor iedereen):
- opgave 1 en 2
- 10 opgaven in de +
- werk in je werkpakket (10 sommen per doel)
-> je werkt in totaal 45 min. aan rekenen

Slide 19 - Slide