Persoonsvorm + onderwerp

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Persoonsvorm + onderwerp

Planning vandaag

- Uitleg persoonsvorm 

- uitleg over het onderwep 

- 2 opdrachten Junior Einstein 

Aan het einde van deze les kan je de persoonsvorm en het onderwerp in een zin benoemen.

De persoonsvorm is altijd een werkwoord

1. ja
2. nee

Schrijf 2 werkwoorden op.

De persoonsvorm 

Je kunt de persoonsvorm vinden door de tijd te veranderen in de zin. 

De jongens helpen met het snoeien van de boom.

De jongens hielpen met snoeien van de boom. 

De persoonsvorm is:
Samuels moeder koopt biologisch vlees bij de slager.

Wat is de persoonsvorm:
Leslie maakt zich ook zorgen over het milieu.

Wat is de persoonsvorm:
De gewonde vogels kunnen agressief worden.

Wat is de persoonsvorm:
Onze kat vindt verse vis het lekkerst.

Wat is de persoonsvorm:
De winter is het beste seizoen om te gaan snowboarden.

Het onderwerp

Je kunt het onderwerp vinden door de vraag te stellen: 

Wie of wat + persoonsvorm?

Het antwoord op deze vraag is het onderwerp

Wat is hier het onderwerp?

1. speelt
2. Egzon
3. voetbal
4. .

Wat is het onderwerp?

Mevrouw Van Til legt het onderwerp uit.

1. Mevrouw Van Til
2. legt
3. het onderwerp
4. uit

Het onderwerp is altijd een persoon.

1. goed
2. fout

Wat is het onderwerp?

1. De hond
2. De hond van Louise
3. Marie
4. Louise

Wat is het onderwerp?

Het onderwerp

Janneke

heeft

haar werk

goed

gedaan

Wat is het onderwerp?

Het onderwerp

Mijn moeder

heeft

mijn brood

gesmeerd

Wat is het onderwerp?

gekeken.

Het onderwerp

We 

hebben

vanavond

een serie 

Wat is het onderwerp?

Het onderwerp

Piet

drinkt

een blikje cola

in de pauze

Nu zelf aan de slag 

2 opdrachten in Junior Einstein. 

Klaar? Zelf nakijken met het nakijkblad.