quiz periode 2

Wat is een ileus?
A
Een darmafsluiting
B
Een niersteen
C
Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap
D
een liesbreuk
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
TriageMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat is een ileus?
A
Een darmafsluiting
B
Een niersteen
C
Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap
D
een liesbreuk

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een aneurysma?
A
Een blinde darmontsteking
B
Een scheur van een verwijde buikaorta
C
Een galsteen
D
Een niersteen

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

De heer Rodrigues, 28 jaar en accountmanager bij een leasemaatschappij, belt mobiel naar de praktijk. Hij heeft plotseling een zeer hevige pijn in zijn bovenbuik gekregen, alsof hij met een mes gestoken werd. Hij durft zich niet te bewegen. Hij vraagt of de dokter met spoed wil komen, want hij kan absoluut niet naar de praktijk rijden. In zijn status zie je dat hij medicijnen gebruikt tegen maagklachten. De huisarts gaat een visite maken.
Wat heeft deze meneer?
A
Aneurysma
B
Maagperforatie
C
Cholecystitis
D
Urolithiasis

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Waar komt een aneurysma vaak voor?
A
boven in het lichaam bijvoorbeeld in je nek
B
in het midden van je lichaam bijvoorbeeld je buik
C
onder in het lichaam bijvoorbeeld je been

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Mevrouw Janssen vergaat van de plotseling, zeer hevige en aanhoudenden pijn in de bovenbuik. Van welk pijnpatroon is er sprake?
A
Koliek-
B
Ontstekings-
C
Perforatie-
D
Pijn-

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Jorik (16 jaar) wordt wakker met een heftige buikpijn. Hij loopt steeds rondjes in huis. Van welk pijnpatroon is er sprake?
A
Perforatie-
B
Pijn-
C
Ontstekings-
D
Koliek-

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

PARADOXALE DIARREE IS....
A
DUNNE ONTLASTING DIE VOLGT NADAT DE HARDE ONTLASTING ERUIT IS
B
ONTSTAAT ALS JE BEDORVEN ETEN HEBT GEGETEN.
C
ONTLASTING DIE DE ENE KEER HARD IS EN DE ANDERE KEER ZACHT.
D
DUNNE ONTLASTING DIE LANGS DE VASTZITTENDE ONTLASTING LOOPT.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Bij diarree gaan er zouten voor het lichaam verloren. Daarom moet je bij diarree meer zouten innemen dan normaal.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Obstipatie is
A
minder dan 2x in de week ontlasting en brijige ontlasting
B
minder dan 3x in de week ontlasting en harde,droge ontlasting
C
minder dan 2x in de week ontlasting en harde, droge ontlasting
D
minder dan 3x in de week ontlasting en brijige, keutel ontlasting

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Moet diarree altijd behandeld worden?
A
ja
B
nee
C
weet ik niet

Slide 10 - Quiz

nee, wanneer je maar 1 of 2x water dunne ontlasting hebt gehad dan is het niet persé nodig dit te behandelen. Alleen wanneer je er last van hebt omdat je bijvoorbeeld op reis gaat dan kan je er een middel voor nemen.
Je spreekt pas van diarree bij meerder keren per dag water dunne ontlasting
Wat is een risico bij obstipatie?
A
Aambeien
B
Anale fissuur
C
Decubitus
D
Verslikking

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Diarree en obstipatie ontstaan door problemen in de:
A
dunne darm
B
dikke darm
C
maag
D
lever

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een oorzaak van diarree?

A
bacteriën, virussen, parasieten
B
voedselallergie/intolerantie
C
leefstijl en medicatie
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Iemand met diarree moet;
A
veel drinken
B
pruimen eten
C
voedsel zonder vezels eten
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Voor wie is diarree vooral gevaarlijk?
A
Baby's en kinderen
B
Volwassenen en ouderen
C
Baby's en ouderen
D
Voor iedereen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Diarree gaat meestal van zelf over. Wat adviseer je iemand die diarree heeft?
A
Antibiotica
B
rennie
C
omeprazol
D
ORS

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Obstipatie is een aandoening van of aan
timer
0:30
A
Zenuwstelsel
B
Ademhalingsstelsel
C
Spijsvertering
D
Lymfeklieren

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Obstipatie komt door.....
A
Te weinig bewegen
B
Te weinig drinken en vezels eten
C
Bij aandrang niet naar het toilet gaan
D
Alle 3 de antwoorden zijn goed

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

wat moet je doen bij obstipatie?
A
zo weinig mogelijk bewegen
B
wit brood eten
C
vezelrijke voeding eten

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de ziekte van Crohn?
A
een acute darmontsteking
B
een chronische darmontsteking
C
een chronische verstopping
D
een maagzweer

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions