Lees de tekst op blz. 129 en 130 TB. zelfstandig door.
schrijf alle begrippen (dikgedrukte blauwe woorden) in je schrift met de betekenis erachter.
Schrijf eventueel moeilijke woorden en personen in je schrift, zoek de betekenis op en schrijf deze erachter.
maken opdrachten: 1 t/m 4 op blz. 129 t/m 131