Spelling Engelse werkwoorden en persoonsvormen in een samengestelde zin

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Spelling Engelse werkwoorden en persoonsvormen in een samengestelde zin

Wat gaan we doen?

Terugblik vorige lessen spelling

lesdoel bespreken

uitleg nieuwe theorie

inoefenen nieuwe theorie

opdrachten maken

Terugblik vorige les

Lesdoel

Ik kan Engelse werkwoorden spellen.

Ik kan de persoonsvorm in een samengestelde zin spellen.

Engelse werkwoorden

Engelse werkwoorden

Vervoegen Engelse werkwoorden

Engelse werkwoorden

(Engelse werkwoorden)
Zij hebben (volleyballen)

1. gevolleybald
2. gevolleyballd

(Engelse werkwoorden)
Hij (racen-vt)

1. racte
2. racette
3. racde
4. racete

Engelse werkwoorden
Ik heb (paintballen)

1. gepaintbald
2. gepaintballd
3. gepaintballt
4. gepaintbalt

Engelse werkwoorden

Hij ... (timen - vt).

1. Hij timde.
2. Hij timdde.
3. Hij timete.
4. Hij timede.

(Engelse werkwoorden)
Hij (barbecueën-vt)

1. barbecuedde
2. barbecuede
3. barbecuete
4. barbecuette

Er zijn zinnen met één persoonsvorm en zinnen met meer persoonsvormen. 

Een zin met één persoonsvorm heet een enkelvoudige zin:

– Evelien (ow) werkt bij de bakker.

----------------------------------------------------------------------------

Een zin met meer dan één persoonsvorm heet een samengestelde zin:

PERSOONSVORMEN

IN EEN SAMENGESTELDE ZIN

Zet de zin in een andere tijd:

Je maakt van de tegenwoordige tijd verleden tijd, of andersom. 

De werkwoorden die veranderen, zijn de persoonsvormen.

VOORBEELD:

Ariane vertelt dat ze een prijs heeft gewonnen. 

 Ariane vertelde dat ze een prijs had gewonnen.

Zo schrijf je de persoonsvorm in een samengestelde zin:

Ga op zoek naar de persoonsvormen in de samengestelde zin.

Bepaal of de zin in tegenwoordige of verleden tijd staat.

Pas de spellingsregels toe.

De persoonsvorm in een samengestelde zin kun je vinden door..

1. Te vragen wie het doet
2. De zin te husselen
3. De zin in een andere tijd te zetten
4. De zin vragend te maken

Hoeveel persoonsvormen heeft een samengestelde zin?

1. één
2. twee
3. twee of meer

Een zin met één persoonsvorm noem je een enkelvoudige zin. Een zin met meerdere persoonsvormen noem je een samengestelde zin.

Welke zin is enkelvoudig?

1. Terwijl ik televisiekijk, eet ik een zak chips.
2. Waarom is Jantien zo van streek?