Detail geld afronden

Geld
wisselgeld
1 / 25
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Geld
wisselgeld

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag ...
15 minuten les over afronden
15 minuten achter NUMO
journaal kijken
PAUZE

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe zitten we er bij vandaag?
A
80 % energie, ik kan er nog lekker tegenaan!
B
60% energie, t lukt nog wel.
C
50%, ik heb nog een beetje concentratie
D
20% energie, ik heb die pauze straks hard nodig

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

De rekenles van vandaag.
Tijdens rekenen ...
Doen we mee met de les
Zijn er geen andere dingen open op de laptop
Dagen we elkaar niet uit

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

doelen
Ik kan bedragen afronden.
Ik geef wisselgeld terug.


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Soorten geld
- Briefgeld
- Muntgeld
- Digitaal geld

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Muntgeld





De eerste twee worden in Nederland (bijna) niet meer gebruikt.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

afronden

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

In winkels worden bedragen vaak afgerond. 
Dit gebeurt alleen als je contant betaald. 
 De winkelier geeft  geen munten van 1- en 2- eurocent als wisselgeld.




Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Kan je 4,95 
gepast betalen? 
Kan je 
1,99 gepast betalen ? 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

afronden van bedragen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

rondt € 0,32 af
A
€ 0,30
B
€ 0,35

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

rondt € 54,87 af
A
€ 54,85
B
€ 54,90

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

rondt € 33,38 af
A
€ 33,35
B
€ 33,40

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

rondt € 78,01 af
A
€ 78,00
B
€ 78,05

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

wisselgeld

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

€ 4,80
je geeft:                        je krijgt terug:
                                       = wisselgeld
je geeft:                   = gepast betalen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

 wisselgeld
€4,95  betaal met €5,00
wisselgeld--> .........
€3,49 betaal met €5,00
wisselgeld--> .........
€0,69 betaal met €1,00
wisselgeld--> .........

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Even oefenen
  • Je krijgt van je leerkracht het oefengeld
  • maak de sommen door steeds het goede bedrag voor je op tafel te leggen

Slide 19 - Slide

Laat de leerlingen de volgende bedragen afgerond neerleggen:
€ 0,41
€ 0,24
€ 1,56
€ 2,39
€ 0,93
€ 2,85
€ 4,11
€ 5,66
€ 3,47
€ 6,72
appel kost €0,50
je betaald met €1 hoeveel krijg je terug?
A
€0,50
B
€0,20

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

pen kost €1,50
je betaald met €2 hoeveel krijg je terug?
A
€1,50
B
€0,50

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

fristi kost €1,80
je betaald met €2 hoeveel krijg je terug?
A
€0,20
B
€0,80

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

chips kost €2,90
je betaald met €5 hoeveel krijg je terug?
A
€3,10
B
€2,10

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

nagelvijl kost €3,50
je betaald met €5 hoeveel krijg je terug?
A
€1,50
B
€2,50

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

paaseieren kost €3,15
je betaald met €5 hoeveel krijg je terug?
A
€2,85
B
€1,85

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions