Oor: Anatomie en fysiologie

Anatomie, Fysiologie  

Zintuigen & KNO pathologie

Leerjaar 1
Periode 4

1 / 22
next
Slide 1: Slide
Anatomie, Fysiologie en PathologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Anatomie, Fysiologie  

Zintuigen & KNO pathologie

Leerjaar 1
Periode 4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het eind van de les kan je:
  • Benoemen uit welke onderdelen  het oor bestaat.
  • De anatomie en de fysiologie van het oor uitleggen
  • De route die een geluidstrilling aflegt door de onderdelen van het oor noemen.
  • De functie van de onderdelen van het oor noemen en aanwijzen in een schematische tekening



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Anatomie van het oor
Bestaat uit:
  1. Uitwendige oor (buitenoor)
    auris externa
  2. Middenoor
    auris media
  3. Inwendige oor (binnenoor)
    auris interna

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Het uitwendige oor
  • Het buitenoor (auris externa) bestaat uit:
    De oorschelp; vangt geluidstrillingen op. Deze worden via de uitwendige gehoorgang doorgegeven aan het trommelvlies (membrana tympani). 
  • De uitwendige gehoorgang bevat haartjes en oorsmeerklieren (talgkliertjes) 
  • Uitwendige gehoorgang is 2,5 cm lang
  • De geluidstrillingen brengen het trommelvlies in beweging


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Het middenoor
  • Het middenoor (auris media): geluidsgeleidende deel 
  • Bestaat uit:
    -Buis van Eustachius (van middenoor naar keelholte) 
    -de kleinste botjes; de gehoorbeentjes
  1. De hamer - malleus
  2. Het aambeeld - incus
  3. De stijgbeugel - stapes
  • De gehoorbeentjes geven de prikkels van het uitwendige oor door aan het inwendige oor. (wel 20-30x versterkt) 
  • De gehoorbeentjes zitten aan de ene kant vast tegen het trommelvlies en aan de andere kant tegen het ovale venster. 



Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Vraag
Hoe komt het dat je een doof gevoel hebt/ gevoel dat je oren dichtzitten als je bijv. stijgt of daalt in het vliegtuig?
Wat heeft de buis van Eustachius hier mee te maken?
Hoe kun je dit gevoel voorkomen? Wat gebeurt er dan met de buis van Eustachius? 

Wie weet zo het antwoord?
Pak evt. je boek Medische terminologie erbij en schrijf de antwoorden op in eigen woorden. (blz. 157) 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

De buis van Eustachius
  • Verbinding tussen middenoor en de keelholte
  • Druk in het middenoor blijft gelijk als buiten het oor

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Het inwendige oor
auris interna (labyrint)

  • Bevat:
  1. Slakkenhuis/ Cochlea ( ovale venster + ronde venster) -> zintuigcellen voor het gehoor liggen in de wand in het orgaan van Corti
    Vangen (geluids-)trillingen op en geven ze als (elektrische) signalen door aan de hersenen via de nervus cochlearis. 
  2. Evenwichtszintuig > drie halfcirkelvormige kanalen met vloeistof -> zintuigcellen voor het evenwicht





Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Het evenwichtsorgaan
Over koorddansen en misselijk worden in de auto …..

Slide 13 - Slide

Je evenwichtszintuig gebruik je de hele dag, zowel bewust als onbewust. Om dit toe te lichten twee voorbeelden: “Een koorddanser loopt hoog boven het publiek over een gespannen kabel. Honderden ogen volgen hem. Heeft hij een bijzonder evenwichtsgevoel? Nee hoor, de kijkers gebruiken hun evenwichtszintuig net zo intensief! Niet om over de kabel te lopen, maar om de man te zien; beide zijn jullie bezig om je evenwicht te bewaren. Jij niet om over de kabel te lopen, maar om de man te zien. Het geheim van de koorddanser? Hij heeft een bijzonder goede spierbeheersing. En lef.” “Het komt nogal eens voor dat mensen in de auto misselijk worden. Helemaal als je tijdens het rijden een boek leest. Hoe komt dat? De afstand tussen je boek en je ogen verandert niet, ook niet wanneer je over een hobbelige weg rijdt. Echter, je evenwichtsorganen en je spieren moeten daar hard voor werken: steeds maken ze korte, snelle correcties. Om de misselijkheid te voorkomen helpt het om in de verte te kijken: je lichaam beweegt dan met de horizon mee.” Steeds zorgt je lichaam er dus voor dat je in balans blijft, rechtop kan staan en dat je niet zomaar omvalt. Welke zintuigen hierbij betrokken zijn, hoe het evenwichtsorgaan werkt en hoe het komt dat je lichaam in evenwicht blijft, leer je in deze webquest.

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Het evenwichtsorgaan
  • Tegen het inwendig oor aan liggen 3 halfcirkelvormige organen, die loodrecht op elkaar staan in 3 vlakken.
  • En er liggen 2 blaasjes die door een nauwe verbinding aan elkaar zitten. In de wand liggen de evenwichtscellen.
  • Totale stelsel gevuld met vocht.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Hoe werkt het evenwichtsorgaan?
Wanneer het hoofd van stand verandert, gaat de vloeistof  in de kanalen stromen.
Deze vloeistof stroomt langs de zintuigcellen en geeft een prikkel door aan de hersenen via de evenwichtszenuw. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Weet jij nu waar de onderdelen 
(de antwoorden) zich bevinden?
Overhoor elkaar!  ---   Twijfel?  Ga terug naar slide 7
Wat is nr 2?
De gehoorzenuw geeft de impuls (elektrisch signaaltje) door naar de hersenen
8
Stijgbeugel. Komt in beweging door het trillen van het aambeel. Geeft de trilling door aan het Ovale venster.
13
Evenwichtsorgaan. Geeft informatie over het evenwicht door naar de evenwichtszenuw (De gehoorzenuw is eigenlijk ook de evenwichtszenuw. De zenuw bevat zenuwvezels vanuit het slakkenhuis en vanuit het evenwichtsorgaan).

9
Aambeeld. Komt in beweging door het trillen van de hamer. Geeft de trilling door aan de stijgbeugel.
12
Bovenkaak
10
Slakkenhuis. Zet geluidstrillingen die vanaf het Ovale venster komen om in impulsen. In het slakkenhuis (opgerold buisje van 3,5 cm lang) zit vloeistof en zintuigcellen met trilhaartjes. De trilhaartjes trillen op volgorde van toonhoogte en geven het signaal door aan de gehoorzenuw.
7
Buis van Eustachius. Regelt de luchtdruk in de trommelholte.
6
Hamer. Komt in beweging door het trillen van het trommelvlies. Geeft de trilling door aan het aambeeld.
11
Trommelvlies. Geluidsgolven botsen tegen het trommelvlies, het trommelvlies trilt. Geeft geluidstrillingen door aan de gehoorbeentjes
4
Rode ruimte
Middenoor: bestaat uit het trommelvlies en de gehoorbeentjes
5
Gehoorgang. Geeft de geluidsgolven vanuit de oorschelp door aan het trommelvlies
3
Oorsmeerkliertjes. Houden het trommelvlies soepel.
2
Oorschelp. Vangt geluidsgolven op. 
1
Ovale venster. Komt in beweging door het trillen van de stijgbeugel. Geeft de trilling door aan het slakkenhuis.
16
Leer de functies van de onderdelen van het oor
Paarse ruimte
Binnenoor: Slakkenhuis en evenwichtsorgaan
14
Dit deel + groene ruimte
Buitenoor: Oorschelp + gehoorgang 
15

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Herhaling leerdoel: Je kunt de route die een geluidstrilling aflegt door de onderdelen van het oor noemen
-->
-->
-->
-->
-->
-->
gehoorbeentjes trillen
vocht in het slakkenhuis trilt
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Zet in de juiste volgorde:
1. De vloeistof in het slakkenhuis wordt in beweging gebracht
2. De oorschelp van het geluid op
3. Het geluid legt een weg af door de gehoorgang
4. De gehoorzenuw geeft het geluid door aan de hersenen
5. Het trommelvlies brengt de gehoorbeentjes in beweging
A
2, 3, 1, 4, 5
B
4, 1, 5, 3, 2
C
2, 3, 5, 1, 4
D
4, 5, 1, 2, 3

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

Samenvattend
Oorschelp
Evenwichtsorgaan
Gehoorzenuw
Gehoorbeentjes
Tommelvlies
Gehoorgang
Slakkenhuis
Oorsmeerkliertjes
buis van Eustachius

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions