herhaling les5 en 6 (ww/pv/ond)

Planning

Herhaling: werkwoorden / persoonsvorm / onderwerp
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Planning

Herhaling: werkwoorden / persoonsvorm / onderwerp

Slide 1 - Slide

Noem eens een voorbeeld
van een werkwoord

Slide 2 - Mind map

Werkwoorden
Werkwoorden zijn woorden die aangeven dat je iets doet of dat er iets gebeurt. 

Slide 3 - Slide

Welk woord is geen werkwoord?
A
Tafelen
B
Stoelen
C
Eten
D
Drinken

Slide 4 - Quiz

Persoonsvorm
Een persoonsvorm is altijd een werkwoord. Het geeft dus aan dat je iets doet of dat er iets gebeurt.
Je kunt 'm vinden door van de zin een vraagzin te maken: dan komt de persoonsvorm vooraan.

Ik eet een appel          Eet ik een appel?

Slide 5 - Slide

Deze les is gemaakt om jullie de werkwoorden te laten begrijpen.
A
is
B
gemaakt
C
laten
D
begrijpen

Slide 6 - Quiz

Wat is de PV in de volgende zin: 'Ze krijgt een kaartje als bewijs'.

Slide 7 - Open question

Wat is de PV in de volgende zin: 'Wij passen de kleding'.

Slide 8 - Open question

Wat is de PV in de volgende zin: 'Soms heb ik zin in een ijsje'

Slide 9 - Open question

Onderwerp
Het onderwerp van de zin is altijd een persoon, dier of ding.
Je vindt het onderwerp door de vraag te stellen:
'Wie of wat + persoonsvorm?' 

Ik eet een taartje. 
Persoonsvorm = eet
Wie eet?          ik  

Slide 10 - Slide

Onderwerp
Voorbeeld:
Hans en Grietje kwamen te laat bij het huis. 
PV = kwamen

Wie of wat kwamen?         Hans en Grietje

Slide 11 - Slide

Wat is het onderwerp in de volgende zin: 'Wij passen de kleding'.

Slide 12 - Open question

Wat is de onderwerp in de volgende zin: 'Soms heeft hij zin in een ijsje'

Slide 13 - Open question

Wat is de onderwerp in de volgende zin: 'Gisteren liep de hond langs het water'

Slide 14 - Open question

Aan het werk!
Maak de werkbladen!
Klaar? Verder op NUMO! 

Slide 15 - Slide