Open Dag 2022/les 1

Wie is er nog nooit in Duitsland geweest?
wel
niet
1 / 47
next
Slide 1: Poll
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 47 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wie is er nog nooit in Duitsland geweest?
wel
niet

Slide 1 - Poll

Slide 2 - Slide

Waarom Duits?

1. Leuk om een nieuwe taal te leren.
2. Vakantieland: handig dat je zelf iets in het Duits kan vragen!

Slide 3 - Slide

Waarom Duits?


Duits
is na Engels (44%) de meest gesproken taal in Europa (36%). 
Het is de meest gesproken moedertaal in Europa

Slide 4 - Slide

Waarom Duits?

Duitsland is onze grootste handelspartner  
Nederland doet zaken met  met Duitsland.

Denk aan:
Groente en fruit (export producten)
Bloemen (export producten)
Elektrische apparaten (import producten)


Slide 5 - Slide

Wat ging hier fout?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Duits is een taal die je eigenlijk al een beetje kent!


Mein Name ist ……… 
Ich bin 11 Jahre alt 
Ich wohne in ...
Ich habe einen Vater und eine Mutter, einen Bruder (zwei Brüder) und eine Schwester (drei Schwestern).

Slide 16 - Slide


1. Ik heet …. 
2. Ik ben … jaar oud.
3. Ik woon in … 
4. Mijn moeder heet … 
5. Mijn vader heet …
6. Ik heb een broer en/of zus
7. Doei!

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

die erste Deutschstunde
1. Sich vorstellen
2. Was weißt du schon von Deutschland und den deutschsprachigen Ländern?
3. Spielregeln in der Deutschstunde:
immer dabei: Text- und Arbeitsbuch, Laptop komplett, DLO mit google! Kugelschreiber  und Heft
Hausaufgaben machen

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Tekst

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Aufgabe 1: Stel jezelf voor!

Was (wat)? Stel jezelf voor.
Wie (hoe)? zu zweit (met z’n tweeën)
Warum (waarom)? Jezelf voorstellen is het eerste wat je doet als je iemand spreekt
timer
5:00

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide