Perron 1 klas 1 Hoofdletter en herhaling perron 1

Perron 1 
Woensdag 24 november 2021
Starten met 20 min. stillezen
Hoofdletter en herhaling perron 1
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1,2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Perron 1 
Woensdag 24 november 2021
Starten met 20 min. stillezen
Hoofdletter en herhaling perron 1

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les kan ik:
  • De hoofdletter correct toepassen
  • mijn eigen niveau beoordelen over hoofdstuk 1

Slide 2 - Slide

Letters van het alfabet
26 letters

6 klinkers                      a - e - i - o - u - y

20 medeklinkers       b - c - d - f - g - h - j - k - l - m - n - p - q - r - s                                             - t - v - w - x - z

Slide 3 - Slide

Korte klank:
Mus, dak, vis

Lange klank:
Muren, taken, bomen

Slide 4 - Slide

  • Open lettergrepen eindigen op een klinker:
     
      ja-ren               hu-ren           be-ren

  • Gesloten lettergrepen eindigen op één of meer 
     medeklinkers:
    
     wer-ken            let-ten            art-sen


Lettergrepen

Slide 5 - Slide

fietsen
zwemmen
voetballen
tanken
monopoly
fiet-sen (g)
zwem-men (g)
voet-bal-len (g-g)
tan-ken (g)
mo-no-po-ly (o-o-o)

Slide 6 - Slide

HOOFDLETTERS
Elke zin:

-Begint met een hoofdletter
- Eindigt met een punt, een vraagteken (als het een vraag is) of een uitroepteken (als het een zin met veel nadruk is)

Slide 7 - Slide

HOOFDLETTERS
Voor- en achternaam
Straat en woon- en geboorteplaats
de letters van je postcode 
namen van sportclub, artiest ed

Slide 8 - Slide

Zo gebruik je HOOFDLETTERS
  • aan het begin van een zin: Het feest duurt tot tien uur.
  • als de zin met ’s begint, verschuift de hoofdletter: ’s Middags eet ik brood.
  • bij namen: Stan Mol, Turfstraat, Apeldoorn, SP, Ford, Kerstmis, Puma.
  • bij woorden die van namen zijn gemaakt: Oost-Europese, Chinese.

Slide 9 - Slide

GEEN HOOFDLETTERS
Let op: 

namen van dagen van de week (vrijdag), maanden (november), seizoenen (herfst) en windstreken (westen) 
krijgen GEEN hoofdletter.

Slide 10 - Slide

Wat is jou voor en achternaam?

Slide 11 - Mind map

Wat is jou adres?

Slide 12 - Mind map

Wie is jouw favoriete artiest?

Slide 13 - Mind map

PUNT

- Aan het einde van een zin


Vandaag heb ik een hockeywedstrijd.

Morgen ga ik logeren bij mijn vriendin.

Slide 14 - Slide

VRAAGTEKENS

- Aan het einde van een vraagzin


Tot hoe laat ben jij vanmiddag op school?

'Neem jij mijn tas mee?' vroeg Martijn.

Wanneer geen vraagteken?

Bij een indirecte vraag gebruik je géén vraagteken.

Ik zou graag weten, wanneer je op school komt.

Slide 15 - Slide

UITROEPTEKENS 

- Om aan te geven dat iemand luid roept of schreeuwt


'Ik ben beneden!' klonk het vanuit de kelder.



Slide 16 - Slide

KOMMA'S

- Maakt een zin overzichtelijker

- Staat op de plaats waar je bij hardop lezen even een rust neemt, een pauze



Slide 17 - Slide

Leren voor de toets:
Klinker/medeklinkers
korte/lange klanken
lettergrepen open/gesloten
dubbele medeklinker
1 of 2 klinkers
hoofdletter en leestekens
woorden foutloos spellen

Slide 18 - Slide

Volgende week toets
Kom maar op, ik bereid mij goed voor. Ik ga voor een 8 of hoger.
Ik moet mij voorbereiden. Ik ga voor een zesje.
Ahh, een toets. Dat wordt onvoldoende

Slide 19 - Poll

Maken en huiswerk
Huiswerkcontrole 13,15,16
NB Actief lezen + Opdrachten + Woordenschat (Boogbrug)
Maken: Perron 1 (vanaf blz. 14) opdracht 20,21,24,25,26,27
Stillezen
Schrijfopdracht: schrijven van een recept
Volgende week toets Perron 1


Slide 20 - Slide