6.3 - Spiegelen

§6.3 - Spiegelen 
Leerdoelen:
10. Ik kan uitleggen op welke manieren licht kan terugkaatsen.
11. Ik kan de hoek van inval en hoek van terugkaatsing construeren.
12. Ik kan een spiegelbeeld met behulp van hulplijnen tekenen.
13. Ik kan beschrijven en tekenen hoe een reflector werkt.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

§6.3 - Spiegelen 
Leerdoelen:
10. Ik kan uitleggen op welke manieren licht kan terugkaatsen.
11. Ik kan de hoek van inval en hoek van terugkaatsing construeren.
12. Ik kan een spiegelbeeld met behulp van hulplijnen tekenen.
13. Ik kan beschrijven en tekenen hoe een reflector werkt.

Slide 1 - Slide

Spiegels reflecteren het licht dat er op komt. Hierdoor ontstaat er een spiegelbeeld. Je kunt voorwerpen door een spiegel zien alsof je ze direct ziet. Je kunt met een tekening construeren hoe een spiegelbeeld er uit ziet.
Spiegels
Als een lichtstraal op een voorwerp komt wordt het licht opgenomen door het voorwerp. Direct er na wordt het licht weer uitgezonden in alle richtingen.
Als een lichtstraal op een voorwerp komt wordt het licht opgenomen door het voorwerp. Direct er na wordt het licht weer uitgezonden in de omgekeerde richting volgens de wet van terugkaatsing.
Diffuse terugkaatsing
Spiegelende terugkaatsing

Slide 2 - Slide

Terugkaatsing van licht
Spiegelende terugkaatsing
(in tegengestelde richting)
Diffuse 
terugkaatsing
(in alle richtingen)

Slide 3 - Slide

Terugkaatsing van licht
Spiegelende terugkaatsing
(in tegengestelde richting)
Diffuse 
terugkaatsing
(in alle richtingen)

Slide 4 - Slide

De spiegelwet
hoek van inval
=
hoek van terugkaatsing
∠i = ∠t

Slide 5 - Slide

1

Slide 6 - Video

00:33
tip:
Je kunt deze uitleg meedoen bij wijze van aantekening
of
je kunt de uitleg gebruiken om opdracht 4 uit je werkboek te maken.

Slide 7 - Slide

Spiegelbeeld
Tekst uitleg
Achter een spiegel is een spiegelbeeld. Dit noemen we een virtueel beeld omdat het spiegelbeeld niet echt bestaat. 

Het spiegelbeeld zit precies op dezelfde afstand van de spiegel als het voorwerp. 

Om te bepalen waar een spiegelbeeld is kun je een normaal gebruiken. De normaal kruist de spiegel en het voorwerp. 

De afstand van het voorwerp tot de spiegel is gelijk aan de afstand tussen de spiegel en het spiegelbeeld.

Slide 8 - Slide

2

Slide 9 - Video

00:25
tip:
Je kunt deze uitleg meedoen bij wijze van aantekening
of
je kunt de uitleg gebruiken om opdracht 8 uit je werkboek te maken

Slide 10 - Slide

04:25
Wat is waar?
A
Licht gaat van het voorwerp naar het oog
B
Licht gaat naar het voorwerp uit het oog
C
Licht gaat heen en weer tussen oog en voorwerp

Slide 11 - Quiz

Meer weten?
Wil je meer weten of meer oefening met het tekenen van lichtstralen in de spiegel? Kijk dan deze video


In de volgende dia's gaan we in op de werking en nut van reflectoren. 

Slide 12 - Slide

1

Slide 13 - Video

02:46
Geeft licht
Geeft geen licht
Een voorlamp
Een achterlamp
Rode reflector
Witte of gele reflectie op de velgen of banden
Gele reflectoren trappers

Slide 14 - Drag question

1

Slide 15 - Video

02:05
Fietser 4 is veel beter zichtbaar dan fietser 1, 2 en 3. Leg uit waarom

Slide 16 - Open question

Hoe werkt een reflector?

Slide 17 - Slide

0

Slide 18 - Video

Aan de slag!
Pak je iPad en maak de vragen in Lesson Up. 

Ezelsbruggetje: ROGGBIV
Oefenen
Om de leerdoelen te behalen moet je oefenen. Je gaat opdrachten maken uit je werkboek.

Wat heb je nodig? werkboek B. 
Wat ga je maken? opdracht 2 t/m 16 van §6.3 
staat op blz. 59 t/m 62 van werkboek B.
Wat doe je daarna? je gaat het nakijken! 
en dan? Stuur je foto's in via LessonUp! 



Slide 19 - Slide

Huiswerk controle §6.3. Maak foto's van gemaakte nagekeken huiswerk op blz. 59 t/m 62.

Slide 20 - Open question

Hoe goed beheers je de vier leerdoelen?
Leerdoelen
10. Ik kan uitleggen op welke manieren licht kan terugkaatsen.
11. Ik kan de hoek van inval en hoek van terugkaatsing construeren.
12. Ik kan een spiegelbeeld met behulp van hulplijnen tekenen.
13. Ik kan beschrijven en tekenen hoe een reflector werkt.
A
Ik beheers ze alle vijf
B
Ik beheers er 4 van de 5
C
Ik beheers er 3 van de 5
D
Ik beheers er minder dan 3 van de 5

Slide 21 - Quiz