Voorbeelden van coördinaten:
S (-1 , 2) , R (3 , 1) en T ( 1,5 ; 2)
Het eerste getal tussen de haakjes geeft aan
hoeveel je op de x-as naar links of rechts gaat vanuit de O.
Het tweede getal tussen de haakjes geeft aan
hoeveel je op de y-as omhoog of omlaag gaat vanuit de O.