H2A 20. Januar

H2A 15. Januar
Ga naar LessonUp.com (mobiel is het handigst) en log in met de code links onderaan

Log in met je eigen naam!!!!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

H2A 15. Januar
Ga naar LessonUp.com (mobiel is het handigst) en log in met de code links onderaan

Log in met je eigen naam!!!!

Slide 1 - Slide

Jullie hebben geleerd...
Possessivpronomen

Even kijken hoe dat erin zit. Twee oefeningen

Slide 2 - Slide

Verbind de juiste vertaling
geen
hun
jullie
uw
jouw
kein-
ihr-
euer-
Ihr-
dein-

Slide 3 - Drag question

mein
meine
Freundin
Mutter
Lehrer
Aufgaben
Haus
Handy
Stier
Freunde
Kinder

Slide 4 - Drag question

Aufgabe 1, Schritt 19
Frage 1
A
Richtig
B
Falsch

Slide 5 - Quiz

Aufgabe 1, Schritt 19
Frage 2
A
Richtig
B
Falsch

Slide 6 - Quiz

Aufgabe 1, Schritt 19
Frage 3
A
Richtig
B
Falsch

Slide 7 - Quiz

Aufgabe 1, Schritt 19
Frage 4
A
Richtig
B
Falsch

Slide 8 - Quiz

Schritt 19, Aufgabe 2

Slide 9 - Slide

Aufgabe 5, Schritt 19

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Klein stukje uitspraak:
ich-klank = zachte g (wiegje) -> dich, Mädchen
ach-klank = hardere g (lachen) -> suchen, Koch
-tion = [tsioon] -> Revolution, Nation

Slide 13 - Slide

9:45 wieder zurück

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Tiere im Video

Slide 16 - Mind map

Opdracht
Iemand beschrijven. Met opdracht 1 van Schritt 21 ga je hiermee aan de slag. Al is het voorbeeld een beetje onzinnig 

Slide 17 - Slide

Jemanden beschreiben
... Junge / Mädchen
... wohnt in
...  Jahre alt
... Braune / grüne / blaue Augen
... Blonde / schwarze / braune / kurze / lange Haare

Gebruik de werkwoorden haben en sein: er/sie ist ... er/sie hat...

Slide 18 - Slide

Jemanden beschreiben 2.0
Innerlijk:
... lustig (grappig) / freundlich (vriendelijk) / nett (aardig)
... ehrlich (eerlijk) / ordentlich (fatsoenlijk) / lieb (lief)
... faul (lui) / frech (brutaal) / verrückt (gek)

Slide 19 - Slide

Hausaufgabe
Beschrijf in vijf zinnen een goede vriend (auf Deutsch). 
+ Aufgabe 4, Schritt 19 (hören)

Inleveren VÓÓR de eerstvolgende les op Google Classroom

Slide 20 - Slide