LJ 1 - Herhaling H2 Organen en cellen

1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Geef een voorbeeld van een orgaan van de mens

Slide 4 - Mind map


nummer 2
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag

Slide 5 - Quiz


nummer 10
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Bij welk orgaanstelsel hoort de maag?
A
Het ademhalingsstelsel
B
Het verteringsstelsel
C
Het bloedvatenstelsel
D
Het spierenstelsel

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Noem een orgaan van een plant

Slide 10 - Mind map

Welke wortel zorgt voor de opname van water en voedingsstoffen?
A
Hoofdwortel
B
Zijwortel
C
Wortelharen

Slide 11 - Quiz

Wat is de functie van nerven

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Welk celonderdeel hebben alleen planten?
A
Celmembraan
B
Celplasma
C
Celkern
D
Celwand

Slide 14 - Quiz

Hoe noemen we nummer 3?
A
Vacuole
B
Celkern
C
Bladgroenkorrel
D
Celmembraan

Slide 15 - Quiz

Hoe heet het vlies om een dierlijke cel heen?
A
cytoplasma
B
celmembraan
C
celwand
D
celorganel

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Hoeveel chromosomen zitten er in een celkern?
A
44
B
46
C
48
D
42

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Hoe worden de dochtercellen net zo groot als de moedercel?
A
Kerndeling
B
Celdeling
C
Plasmagroei
D
Celgroei

Slide 20 - Quiz

Hoe heet de stap waarbij de chromosomen in de kern zich verdubbelen?
A
Kerndeling
B
Celdeling
C
Plasmagroei
D
Dochtercel

Slide 21 - Quiz

Waarvoor worden er nieuwe cellen aangemaakt?
A
om je voeding binnen te houden
B
om dingen beter te onthouden
C
voor je nachtrust
D
voor vernieuwing, groei en herstel

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Wat is weefsel?

A
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie
B
Een groep cellen met een andere vorm en functie

Slide 24 - Quiz

Weefsel heeft tussencelstof?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Planten hebben ook weefsels.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Welk eencellig organisme heeft geen vast vorm?
A
Amoebe
B
Pantoffeldiertje

Slide 28 - Quiz

Hoe beweegt een amoebe zich voort?
A
Doormiddel van schijnvoetjes
B
Doormiddel van schijnhandjes

Slide 29 - Quiz

Hoe voedt een pantoffeldiertje zich?
A
de celmond
B
de celkern
C
de trilhaartjes

Slide 30 - Quiz

6. Zelfstandig werken 
LJ 1 - Je gaat nu in stilte hoofdstuk 2 leren. 



Ben je klaar?

timer
1:00

Slide 31 - Slide