§1.2 - Veiligheid

1.2 Veiligheid
1 / 18
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.2 Veiligheid

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Je leert:
- hoe je veilig omgaat met stoffen
- wat voor materialen je gebruikt tijdens een experiment
- een natuurwetenschappelijk onderzoek uitvoeren

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

Bovenste rij, van links naar rechts:
reageerbuisrekje, reageerbuisborstel, reageerbuisklem, reageerbuis, nooddouche.

Onderste rij, van links naar rechts:
Gasbrander (bunsenbrander), gaasje, spuitfles, kroezentang, driepoot.

De nooddouche mag alleen gebruikt worden in nood. Wordt de douch gebruikt, zonder dat daar de nood voor is, dan wordt dat streng bestraft.

Slide 4 - Slide

Op de gasbrander zitten 2 draaiknoppen.

Onderaan de brander zit een zwarte knop. Dit is de gasregelaar. Je draait aan deze knop om de hoeveelheid gas te bepalen. 
Onderaan de schoorsteen (die recht om hoogstaande toren), zit een draaischijf. Dit is de luchtregelaar. Met deze schijf regel je hoeveel lucht er bij komt.

gas beetje open, lucht dicht: gele vlam
gas beetje open, lucht beetje open: kleurloze vlam

gas beetje open, lucht helemaal open: ruizende vlam. Deze gebruiken we alleen als dit gezegd wordt, anders gebruik je deze nooit.

Slide 5 - Slide

Op de gasbrander zitten 2 draaiknoppen.

Onderaan de brander zit een zwarte knop. Dit is de gasregelaar. Je draait aan deze knop om de hoeveelheid gas te bepalen. 
Onderaan de schoorsteen (die recht om hoogstaande toren), zit een draaischijf. Dit is de luchtregelaar. Met deze schijf regel je hoeveel lucht er bij komt.

gas beetje open, lucht dicht: gele vlam
gas beetje open, lucht beetje open: kleurloze vlam

gas beetje open, lucht helemaal open: ruizende vlam. Deze gebruiken we alleen als dit gezegd wordt, anders gebruik je deze nooit.
Regels practicum
  • Tassen in de hokken, niet in het lokaal. 
  • Lab-jassen aan en dicht & lange haren in een staart.
  • Vuur --> bril op
  • Stoffen niet aanraken of in je mond stoppen.
  • ruiken aan een stof? Wuif!!!
  • Na het practicum, handen wassen.
  • Twijfel je ergens over? vraag het de docent of de TOA.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Veiligheidsregels bij practicum
Aan deze regels moet 
je je ALTIJD houden 
tijdens een practicum

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Veiligheid
Gevaarlijke stoffen en mengsels worden in gevarenklassen ingedeeld. 

Hiernaast staan de acht belangrijkste GEVARENPICTOGRAMMEN.

Dit zijn internationale symbolen zodat iedereen weet welk gevaar een bepaalde stof kan veroorzaken.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

H-zinnen en P-zinnen
H zinnen: gezondheidsgevaren (H = hazard) 
P zinnen: preventie (P = prevention) = voorkomen van ongelukken

Van alle stoffen kun je H- en P-zinnen opzoeken zodat je weet wat je weet welk gevaar de stof kan veroorzaken (H-zinnen) en hoe je moet reageren als jij in aanraking met die stof bent geweest (P-zinnen).

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat gaat hier allemaal fout?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welke veiligheidsmaatregelen moet je nemen bij het doen van practica?
A
Labjas aan en bril op
B
Labjas aan, bril op en haren vast
C
Labjas aan, bril op, haren vast en niet eten
D
Labjas aan, bril op, haren vast, niet eten, niet onnodig lopen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de betekenis van dit gevarensymbool?
A
explosief
B
ontvlambaar
C
brandbevorderend
D
schadelijk

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de betekenis van dit gevarensymbool?
A
explosief
B
schadelijk
C
toxisch (giftig)
D
milieugevaarlijk

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welk symbool geeft aan dat een stof bijtend (=erg prikkend) is?
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welke veiligheidsvoorzieningen zijn aanwezig in een practicum lokaal?
A
Zuurkast
B
Brandblusser en branddeken
C
(Oog)douche
D
Alle drie de opties

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

0

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Onderzoek doen (practicum) 

Handelingen: Bij experimenten moet je veel dingen doen (=handelingen)

  •  afwegen, stoffen mengen, verwarmen, overgieten, etc


Waarnemingen: Tijdens experimenten moet je altijd opletten wat er precies gebeurt (=waarnemingen). Dit doe je met je zintuigen:

  • goed kijken, voorzichtig ruikenvoelen, horen


Conclusies: Als je alle waarnemingen hebt gedaan kan je een conclusie trekken waarom dit allemaal is gebeurd.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Handeling
Waarneming
Conclusie
Brander aansteken
Er is een gele vlam
De zuurstoftoevoer wordt opengedraaid
De vlam wordt blauw
Er wordt Mg poeder in de vlam gestrooid
Er ontstaanfelle witte spikkels
Als Mg verbrandt ontstaan felle witte spikkels

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions