What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Synoniemen quiz
Nederlands
Wat betekenen de moeilijke woorden?
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands
Wat betekenen de moeilijke woorden?
Slide 1 - Slide
De docent is tevreden over de verbeterde Attitude van die leerling
A
oplettendheid
B
resultaten
C
houding/instelling
Slide 2 - Quiz
U treft de Specificatie in de bijlage aan
A
toelichting met alle onderdelen apart vermeld
B
conclusie
C
beknopt overzicht
Slide 3 - Quiz
Ik weet niet wat daar de beste Remedie voor is
A
oplossing
B
kleur
C
kleding
Slide 4 - Quiz
Je moet in je brieven zo min mogelijk gebruiken
clichés
A
moeilijke woorden
B
technische woorden
C
veelgebruikte (afgezaagde) formuleringen
Slide 5 - Quiz
Synoniemen
Welk woord past bij het moeilijke woord?
Slide 6 - Slide
Wij zijn het er unaniem mee eens
A
doeltreffend
B
eenstemmig
C
buitengewoon
Slide 7 - Quiz
Die actie was fenomenaal
A
buitengewoon
B
rampzalig
C
twijfelachtig
Slide 8 - Quiz
Zich coulant opstellen.
A
eenstemmig
B
toegeeflijk
C
veranderlijk
Slide 9 - Quiz
Die maatregelen zijn effectief
A
doeltreffend
B
wanordelijk
C
rampzalig
D
efficiënt
Slide 10 - Quiz
Ik vind dat dubieus
A
doeltreffend
B
verwaand
C
twijfelachtig
Slide 11 - Quiz
Uitdrukkingen
Vul aan met het juiste werkwoord
Slide 12 - Slide
Iets van a tot z .....
A
nemen
B
zien
C
kennen
D
weten
Slide 13 - Quiz
Bij de pakken .....
A
neerzitten
B
neerleggen
C
hangen
D
zitten
Slide 14 - Quiz
Gedane zaken ..... geen keer
A
zien
B
lopen
C
nemen
D
namen
Slide 15 - Quiz
Iets in zijn schild .....
A
zien
B
voeren
C
voelen
D
kijken
Slide 16 - Quiz
Iets aan de grote klok .....
A
hangen
B
voeren
C
nemen
D
zetten
Slide 17 - Quiz
Nu komt de aap uit de ........
A
kast
B
mauw
C
mouw
D
deur
Slide 18 - Quiz
Balen als een ......
A
stekker
B
schroef
C
gek
D
bus
Slide 19 - Quiz
Ik heb met hem nog een appeltje te ..........
A
eten
B
plukken
C
schillen
D
snijden
Slide 20 - Quiz
Zonder blikken of......
A
flessen
B
pakken
C
blozen
D
glazen
Slide 21 - Quiz
Boontje komt om zijn.......
A
loontje
B
oompje
C
toompje
D
loodje
Slide 22 - Quiz
Uit de oude .....
A
kast
B
la
C
dop
D
doos
Slide 23 - Quiz
Een ........ voor je kop hebben
A
muts
B
muur
C
glas
D
bord
Slide 24 - Quiz
Een zware ..... aan iets hebben
A
stekker
B
dobber
C
slobber
D
broek
Slide 25 - Quiz
More lessons like this
Synoniemen
April 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Synoniemen quiz
8 days ago
- Lesson with
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Synoniemen
November 2022
- Lesson with
12 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Synoniemen
March 2024
- Lesson with
12 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Goed gebekt deel 1, taak 3
September 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordenschat 1.4
November 2022
- Lesson with
13 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Woordenschat vmbo TET 3
August 2022
- Lesson with
20 slides
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Synoniemen
May 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
Leerjaar 4