8.2 Ondertussen in Nederland

8.2 Ondertussen in Nederland
8.2 Ondertussen in Nederland
deel 1
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

8.2 Ondertussen in Nederland
8.2 Ondertussen in Nederland
deel 1

Slide 1 - Slide

1. Herhaling
2. Leervragen 8.2 (deel 1)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 2 - Slide

Wanneer was de tijd van tijd van pruiken revoluties?
A
1600-1700
B
1650-1750
C
1700-1800
D
1900-2000

Slide 3 - Quiz

Welke drie standen waren er?

Slide 4 - Open question

Waarmee startte de Franse revolutie?
A
Burgeroorlog
B
de bestorming van de Bastille
C
Ontevredenheid van de adel
D
Ontevredenheid van de geestelijken

Slide 5 - Quiz

Waarmee eindigde de Franse Revolutie?
A
Napoleon greep de macht
B
Napoleon won een oorlog voor Frankrijk
C
De koning kwam weer aan de macht
D
.

Slide 6 - Quiz

Leervragen
hoe het eraan toe ging in Nederland met de economie
Aan het eind van de les kan je...
vertellen van wie Willem V hulp kreeg
vertellen wat het doel was van de patriotten
uitleggen hoe de Bataafse revolutie is verlopen

Slide 7 - Slide

Nederland 
De republiek werd bestuurd door stadhouder Willem V. Hij had net zoals Lodewijk XVI absolute macht. 

Slide 8 - Slide

Economie
In de 18e eeuw ging het steeds slechter met de Nederlandse economie. Er kwam meer werkloosheid en armoede. Mensen gaven hiervan de schuld aan de regenten en stadhouder. 

Slide 9 - Slide

Patriotten 
Mensen kregen ideeën van de Franse revoluties. Mensen met democratische ideeën noemden zichzelf patriotten. Zij vochten tegen burgers die achter Willem V stonden. 

Slide 10 - Slide

Willem V
De stadhouder kreeg hulp van zijn zwager, de koning van Pruisen. Veel patriotten vluchtten daarom naar Frankrijk. Daar zochten ze steun bij de Franse revolutionairen. 

Slide 11 - Slide

Bataafse republiek
Met hulp van het Franse leger versloegen de patriotten de orangisten. In 1795 namen ze het bestuur over en noemden ze de republiek de Bataafse republiek. Dit noemen we de Bataafse revolutie. 

Slide 12 - Slide

Afsluiting

Slide 13 - Slide

Wie was de stadhouder van Nederland destijds?
A
Lodewijk XVI
B
Willem V
C
de regenten
D
de patriotten

Slide 14 - Quiz

Waarom keken mensen naar de Franse revolutie en wilden ze hetzelfde doen?
A
ze hadden zin in oorlog
B
het ging goed met de economie
C
ze wilden ook Willem V onthoofden
D
Het ging niet goed met de economie

Slide 15 - Quiz

Hoe noemden de revolutionairen zich in de republiek?
A
opstandelingen
B
patriotten
C
republikeinen
D
superhelden

Slide 16 - Quiz

Van wie kregen de patriotten hulp toen ze de republiek ontvluchtten?
A
de Franse revolutionairen
B
Lodewijk XVI
C
Willen V
D
Pruisen

Slide 17 - Quiz

In welk jaar werd de Bataafse republiek gesticht?
A
1975
B
1795
C
1815
D
1805

Slide 18 - Quiz

8.2 Ondertussen in Nederland
Aan de slag
STAP 1
STAP 2
KLAAR ?
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: bladzijde  123-124-125
  • KGT: bladzijde 136-137-138

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Extra oefenen!
BK: bladzijde 128
KGT: bladzijde 142

Hoe? 
  • Alleen 
  • Vraag? Steek je vinger op
Goed zo! 
Laat het zien aan de docent.  

Slide 19 - Slide

8.2 Ondertussen in Nederland
8.2 Ondertussen in Nederland
deel 2

Slide 20 - Slide

1. Herhaling
2. Leervragen 8.2 (deel 2)
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 21 - Slide

Wanneer was de tijd van tijd van pruiken revoluties?
A
1600-1700
B
1650-1750
C
1700-1800
D
1900-2000

Slide 22 - Quiz

Welke drie standen waren er?

Slide 23 - Open question

Wie was de stadhouder van Nederland destijds?
A
Lodewijk XVI
B
Willem V
C
de regenten
D
de patriotten

Slide 24 - Quiz

Waarom keken mensen naar de Franse revolutie en wilden ze hetzelfde doen?
A
ze hadden zin in oorlog
B
het ging goed met de economie
C
ze wilden ook Willem V onthoofden
D
Het ging niet goed met de economie

Slide 25 - Quiz

Hoe noemden de revolutionairen zich in de republiek?
A
opstandelingen
B
patriotten
C
republikeinen
D
superhelden

Slide 26 - Quiz

Leervragen
vertellen hoe de Bataafse republiek werd bestuurd
Aan het eind van de les kan je...
vertellen wie Lodewijk Napoleon is
vertellen hoe Nederland een provincie van Frankrijk werd
vertellen welke wetten Napoleon doorvoerde

Slide 27 - Slide

Rijksoverheid
Voor de Bataafse revolutie golden er in provincies verschillende wetten. Zo hadden provincies verschillende soorten munten en waren er tijdsverschillen. Na de revolutie  moesten alle provincies en gemeenten  luisteren naar  het landbestuur: rijksoverheid (het Rijk).

Slide 28 - Slide

Lodewijk Napoleon
In 1806 maakte Napoleon een einde aan de Bataafse republiek. Hij liet zijn broer Lodewijk Napoleon koning worden. De Bataafse republiek werd hierdoor een monarchie. 

Slide 29 - Slide

Provincie 
Napoleon vond dat zijn broer te aardig was voor de Nederlanders. In 1810 lijfde Napoleon Nederland in bij Frankrijk. Nederland werd toen een provincie van Frankrijk. 

Slide 30 - Slide

Franse tijd
Napoleon voerde het burgerlijk recht in. Dat betekent dat iedereen dezelfde rechten en plichten had. Ook voerde hij het metriek stelsel en de dienstplicht in. 

Slide 31 - Slide

Franse wetten
Ook voerde hij de dienstplicht in en de burgerlijke stand. Dat is de administratie van de gegevens van alle burgers. Deze wetten en regels bleven na de Franse bezetting nog lang bestaan. 

Slide 32 - Slide

Afsluiting

Slide 33 - Slide

Door wie werd de Bataafse republiek bestuurd?
A
Rijksoverheid
B
Lodewijk
C
Napoleon
D
Frankrijk

Slide 34 - Quiz

Wie liet Napoleon Nederland besturen?
A
Lodewijk Napoleon
B
Napoleon Bonaparte
C
de Nederlanders
D
de revolutionairen

Slide 35 - Quiz

Welke wetten voerde Napoleon door in de Bataafse Republiek onder Frankrijk?

Slide 36 - Open question

8.2 Ondertussen in Nederland
Aan de slag
STAP 1
STAP 2
KLAAR ?
Huiswerk! 
Maken:
  • BK: bladzijde 126-127
  • KGT: bladzijde 139-140-141

Hoe?
  • Alleen
  • Vraag? Steek je vinger op
Extra oefenen!
BK: bladzijde 129
KGT: bladzijde 143

Hoe? 
  • Alleen 
  • Vraag? Steek je vinger op
Goed zo! 
Laat het zien aan de docent.  

Slide 37 - Slide