Beter lezen 9

Beter lezen 9
1 / 53
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Beter lezen 9

Slide 1 - Slide

Zijn we er allemaal?

Stop je je telefoon in je zakkie in je tas?

Heb je je spullen klaarliggen?

Heb je je huiswerk gemaakt?
De afspraken

Slide 2 - Slide

Doel:
Ik kan de tekst lezen.
Ik begrijp de tekst.
Ik kan vragen beantwoorden over de tekst.
Ik kan de tekst na vertellen.
Beter lezen 

Slide 3 - Slide

de mug

Slide 4 - Slide

de bult

Slide 5 - Slide

de lamp

Slide 6 - Slide

twee uur

Slide 7 - Slide

hij slaapt
hij slaapt niet

Slide 8 - Slide

1. lezen

2. vertalen

3. onderstreep  
personen
zelfstandige naamwoorden
werkwoorden

4. lezen

5. vragen maken

Slide 9 - Slide

wat is goed?
A
de bus
B
de lamp
C
de mug
D
de arm

Slide 10 - Quiz

Hassan ligt in bed.
Hassan doet de lamp aan.
Hassan ziet de mug.

Slide 11 - Drag question

Hassan doet de lamp uit.
Hij hoort zzzzzzzz.
Hassan voelt de mug op zijn arm.

Slide 12 - Drag question

De mug steekt.
Op Hassans arm komt een bult.
Hij slaat op zijn arm.

Slide 13 - Drag question


Slide 14 - Open question


Slide 15 - Open question

Wij lezen het verhaal

Slide 16 - Slide

wat is goed?
A
de mug
B
de lamp
C
hij slaapt
D
de arm

Slide 17 - Quiz

wat is goed?
A
hij slaapt
B
de lamp
C
de mug
D
twee uur

Slide 18 - Quiz

wat is goed?
A
Zij slaapt niet.
B
Hij slaapt niet.
C
de mug
D
de lamp

Slide 19 - Quiz

wat is goed?
A
de mug
B
hij slaapt
C
de bult
D
de lamp

Slide 20 - Quiz

Wat is goed?

Slide 21 - Slide

hij slaapt
de lamp
twee uur
de mug

Slide 22 - Drag question

hij slaapt
de lamp
twee uur
de mug

Slide 23 - Drag question

hij slaapt
de lamp
twee uur
de bult

Slide 24 - Drag question

hij slaapt
de lamp
twee uur
de mug

Slide 25 - Drag question

hij slaapt niet
de bult
twee uur
de mug

Slide 26 - Drag question

Waar of niet waar?

Slide 27 - Slide

Hassan leest.
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

Het is koud.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

De mug zit op zijn voet.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

De mug steekt in zijn arm.
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quiz

Op de arm komt een bult.
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quiz

Lees de zinnen goed.

Slide 33 - Slide

Welke zin is goed?
A
Het is 4 uur in de nacht.
B
Het is 2 uur in de nacht.

Slide 34 - Quiz

Welke zin is goed?
A
De jongen slaat niet.
B
De jongen slaapt niet.

Slide 35 - Quiz

Welke zin is goed?
A
De lamp is aan.
B
Het raam is aan.

Slide 36 - Quiz

Welke zin is goed?
A
Hassan hoort de bus.
B
Hassan hoort de mug.

Slide 37 - Quiz

Welke zin is goed?
A
Hassan ziet de mug niet.
B
Hassan ziet de mug.

Slide 38 - Quiz

Welke zin is goed?
A
De mug vliegt.
B
De mug steekt.

Slide 39 - Quiz

Welke zin is goed?
A
Hassan heeft een bult.
B
Hassan heeft een hond.

Slide 40 - Quiz

Lees de woorden.

Schrijf het goede woord!

Slide 41 - Slide

Het is
3 / 5 / 2
uur 's nachts.

Slide 42 - Mind map

Hassan ligt in
huis/ bed/ school.

Slide 43 - Mind map

Hassan hoort een
bus/ mug/ tik.

Slide 44 - Mind map

De mug steekt in de
arm/ voet/ lip.

Slide 45 - Mind map

Hassan krijgt een
bus/ boek/ bult.

Slide 46 - Mind map

Wij vertellen het verhaal.

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

Slide 50 - Slide

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Slide

Heb ik de doelen behaald?
Ik kan de tekst lezen.
Ik begrijp de tekst.
Ik kan vragen beantwoorden over de tekst.
Ik kan de tekst na vertellen.
Hoe was de les?
Wat is mijn huiswerk?
Beter lezen 

Slide 53 - Slide