SALESMAN
1. Vraag of je kan helpen.
2. Je hebt geen aardbeien, maar wel druiven die lekker sappig zijn + sinaasappels.
3. Vraag hoeveel de klant er wilt.
4. vertel hoeveel het kost
5. Sluit het gesprek af.
CONSUMER
1. Groet elkaar.
2. Vertel dat je graag een bloemkool en wat aardbeien wilt kopen.
3. Vraag naar de versheid van de producten. Je wilt het alleen als het vers is
4. Vertel welke groenten je wel/niet lekker vind.
5. Reken af.