Herken het tekstgeraamte

Herken het tekstgeraamte

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun je het tekstgeraamte herkennen en ben je in staat om een voorbeeld te geven.

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen. Dit is belangrijk voor hun motivatie en focus tijdens de les.

Wat weet jij al over het herkennen van het tekstgeraamte?

Wat is het tekstgeraamte?

Het tekstgeraamte is de opbouw van een tekst. Het bestaat uit een inleiding, kern en slot.

Leg aan de leerlingen uit wat het tekstgeraamte is en waaruit het bestaat. Dit is belangrijke voorkennis voor de rest van de les.

Inleiding

De inleiding is het begin van de tekst en bevat vaak een inleidende zin en de aanleiding voor de tekst.

Laat de leerlingen een voorbeeld geven van een inleiding van een tekst en vraag hen waarom deze inleiding geschreven is.

Kern

De kern bevat de belangrijkste informatie van de tekst. Hier worden argumenten gegeven en informatie uitgelegd.

Laat de leerlingen een voorbeeld geven van de kern van een tekst en vraag hen waarom deze informatie belangrijk is.

Slot

Het slot is het einde van de tekst en bevat vaak een conclusie of samenvatting.

Laat de leerlingen een voorbeeld geven van een slot van een tekst en vraag hen waarom deze conclusie of samenvatting geschreven is.

Voorbeeld

Lees de tekst 'De voordelen van sporten' en herken het tekstgeraamte. Inleiding: Sporten is gezond. Kern: Het zorgt voor een betere conditie, vermindert stress en kan helpen bij afvallen. Slot: Kortom, sporten heeft veel voordelen.

Lees de tekst voor en vraag de leerlingen om het tekstgeraamte te herkennen. Bespreek daarna samen wat de inleiding, kern en slot van de tekst is.

Oefenen

Laat de leerlingen in tweetallen een tekst lezen en het tekstgeraamte herkennen. Bespreek daarna gezamenlijk de inleiding, kern en slot van de tekst.

Laat de leerlingen in tweetallen een tekst lezen. Het kan handig zijn om verschillende teksten te kiezen, zodat er diversiteit is in de antwoorden.

Samenvatting

Het tekstgeraamte bestaat uit een inleiding, kern en slot. In de inleiding wordt de aanleiding van de tekst gegeven, in de kern wordt de belangrijkste informatie gegeven en in het slot wordt de conclusie getrokken.

Herhaal kort nogmaals wat het tekstgeraamte is en waaruit het bestaat.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.