V4 - TH2 - BS3

thema 2: Voortplanting
BS 2: 
Geslachtelijke voortplanting
1 / 42
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

thema 2: Voortplanting
BS 2: 
Geslachtelijke voortplanting

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

Slide 2 - Slide

de route van een zaadcel: 
teelballen
bijbal
prostaat
zaadblaasjes
zaadleider
urineleider

Slide 3 - Drag question

Welk nummer hoort bij welk onderdeel van het vrouwelijke geslachtsorgaan?
eileider
eierstok
baarmoeder
schaamlip
vagina
baarmoedermond
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Slide 4 - Drag question

Slide 5 - Slide

nog vragen? 

Slide 6 - Slide

thema 2 - voortplanting
basisstof 3
hormonen

Slide 7 - Slide

Leerdoelen

Slide 8 - Slide

Begrippen: 
hormoonklieren
hormonen
geslachtshormonen
hormoonconcentraties
hypofyse
hypothalamus
follikelstimulerend hormoon (FSH)
luteïniserend hormoon (LH)

testosteron
menstruatiecyclus
oestrogenen
gele lichaam
progesteron

Slide 9 - Slide

Wat zijn hormonen en wat doen ze?

Slide 10 - Mind map

Wat zijn hormonen? 

Slide 11 - Slide

Wat zijn hormonen? 
  • door hormoonklieren geproduceerde eiwitten die worden afgegeven aan het bloed en leiden tot een reactie ergens anders in het lichaam (stimulerend of remmend)

Slide 12 - Slide

Waar? - hormoonklieren
hypofyse 
testis
eierstokken 

Slide 13 - Slide

Wat doen ze? 
1 - hypothalamus 
    -> stuurt hypofyse aan
2- hypofyse 
     -> hormoon productie +       
     stimulering andere hormoonklieren
8  - testis 
     -> testosteron
7  - eierstokken
    -> oestrogeen + progesteron

Slide 14 - Slide

Wat merk je ervan? 
  • beïnvloeden je stemming 
  • reguleren hormonen van de voortplanting 

Slide 15 - Slide

regeling bij de mens 
hypothalamus = regelcentrum van hypofyse 
hypofyse = hormoon klier
  • follikelstimulerend hormoon (FSH)
  • luteïniserend hormoon (LH)

wat zouden deze doen? 
verschil tussen man en vrouw?

Slide 16 - Slide

regeling bij de mens 
binas 89 C + A

Slide 17 - Slide

hormonen regeling bij de man

pubertijd 
-> GnRH komt op gang in hypothalamus 
     (gonadotropine releasing hormoon) 
-> stimuleert aanmaak in hypofyse van 
  • FSH -> vorming zaadcellen in de wand van zaadbuisjes
  • LH = ICSH-> stimuleert teelbalcellen testosteron productie 

Slide 18 - Slide

hormonen regeling bij de man
testosteron:
  •  stimuleert secondaire geslachtskenmerken
  • stimuleert aanmaak zaadcellen
  • regelt concentratie GnRH, FSH en ICSH
Binas 89C

Slide 19 - Slide

de regelkring
= negatieve terugkoppeling

Slide 20 - Slide

hypothamamus
hypofyse
FSH
LH
testosteron

Slide 21 - Drag question

LH
FSH
cellen van Sertoli
cellen van Leydig
aanmaak van zaadcellen
uiting van geslachtskenmerken
bevordert spierontwikkeling
stimulatie aanmaak testosteron

Slide 22 - Drag question

hormonen regeling bij de vrouw

Slide 23 - Slide

hormonen regeling bij de vrouw
hormonen regelen 
  • de rijping van de eicellen: follikels
  • baarmoeder: aanmaak slijmvlies + het loslaten ervan
  • vorming van de borsten

Slide 24 - Slide

hormonen regeling bij de vrouw
hypofyse
  • gestimuleerd door GnRH uit  hypothalamus
  • maakt FSH en LH aan

eierstokken 
  • gestimuleerd door FSH en LH
  • oestradiol = oestrogeen
  • progesteron

Slide 25 - Slide

hormonen regeling bij de vrouw
slijmvlies:
  • opbouw en afbraak
  • menstruatiecyclus
  • +/- 28 dagen
  • FSH, LH, oestrogeen en progesteron 
  • dosering van de hormonen 
       -> hormonen remmen en stimuleren elkaar 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Wat doet welk hormoon?
FSH -> follikel stimulerend hormoon: stimuleert aanmaak follikel en zo oestrogenen
LH -> luteïniserend hormoon -> zie FSH
oestrogenen -> baarmoederslijmvlies dikker + meer klieren
progesteron -> maakt ook baarmoederslijmvlies dikker+
remt aanmaak FSH + LH
(zie binas voor meer details)

Slide 28 - Slide

binas 86C

Slide 29 - Slide

Het hormoon LH:
A
is hoog gedurende de hele menstruatie cyclus
B
heeft een piek rond de ovulatie
C
is niet aanwezig gedurende de hele menstruatie cyclus.
D
heeft een dal rond de ovulatie

Slide 30 - Quiz

hormonen en humeur

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Huiswerk
maak opdrachten 34 tm 49

(hieronder extra oefeningen)

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Link

Bij de ovulatie
A
springt de eicel uit het follikel jasje
B
wordt het baarmoederslijmvlies afgebroken
C
verdwijnt het gele lichaam
D
nestelt het bevrucht eitje zich in

Slide 35 - Quiz

In de eerste periode voor de ovulatie neemt het hormoon oestrogeen:
A
af
B
toe

Slide 36 - Quiz

Progesteron is het hoogste voor/na ovulatie en laat het baarmoederslijmvlies dunner/dikker worden.
A
voor ovulatie dunner worden
B
na ovulatie dunner worden
C
voor ovulatie dikker worden
D
na ovulatie dikker worden

Slide 37 - Quiz

In de                        zitten de onrijpe                 in de                 .
Wanneer de eicel rijp is vindt er een                   plaats.
De rijpe eicel komt na de ovulatie in de                .
De eileider vervoert de            naar de                           . 
Tijdens de                         wordt het baarmoederslijmvlies dikker.
eicelrijping
eicel
eisprong
eierstokken
baarmoeder
eileider
follikels
eicellen

Slide 38 - Drag question

Zet de woorden bij de juiste onderdelen.
zaadcel
celkern
kop
staart
eicel

Slide 39 - Drag question

Tijdens de menstruatiecyclus verandert de slijmlaag aan de binnenkant van de baarmoeder.
Hier zie je drie keer de doorsnede van een baarmoeder afgebeeld.

Bij welk moment van de menstruatiecyclus hoort de doorsnede?
Tijdens de menstruatie
Kort na de menstruatie
Tijdens de ovulatie

Slide 40 - Drag question

menstruatie
ovulatie
oestrogenen
progesteron
gele lichaam
eierstok
follikel
menstruatie

Slide 41 - Drag question

waar
niet waar
Meisjes worden geboren met al hun eicellen
Alle gezonde vrouwen hebben een menstruatiecyclus
Menstruatiebloed bevat een eicel 
Duur van menstruatiecyclus wisselt per persoon
Gemiddelde leeftijd voor 1e menstruatie is 11 jaar.

Slide 42 - Drag question