Toetsstof herhalen H2

Toetsstof herhalen van Hoofdstuk 2
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Toetsstof herhalen van Hoofdstuk 2

Slide 1 - Slide

Wat moet je leren?

Hoofdstuk 2
2.1/ 2.3/ 2.5/ 2.7/ 2.8

Slide 2 - Slide

Vandaag behandelen we 2.1, 2.3 en 2.5

Slide 3 - Slide

Je hebt je aantekeningenschrift nodig!
We gaan niet screenen, maar schrijven. 

Het is wetenschappelijk bewezen dat je door het schrijven veel beter onthoudt :) Zie het als leren voor de toets.

Slide 4 - Slide

H2.1
  • Pictogrammen (Uitgedeelde blad van vorige week woensdag)
  • Verhaalsoorten kunnen benoemen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Het pictogram
= (tekeningetje) op de rug van het boek;

Slide 7 - Slide

Verhaalsoorten
Voorbeelden van verhaalsoorten zijn: 

  • oorlogsverhalen, 
  • geschiedenisverhalen,
  • avonturenverhalen
  • misdaadverhalen
  • sprookjes

Slide 8 - Slide

H2.3 Lezen
  • Inleiding, kern en slot
  • Verkennend lezen 

Slide 9 - Slide

Veel teksten bestaan uit drie delen: een inleiding, een kern en een slot.

Slide 10 - Slide

Inleiding
= de eerste alinea van een tekst

  • staat vaak apart van de tekst
  • maakt bijna altijd duidelijk wat het onderwerp van de tekst is

Kern
=het middenstuk van de tekst
(grootste gedeelte van de tekst)
  • bestaat uit één of meerdere alinea's
  • geeft informatie over het onderwerp van de tekst

Slide 11 - Slide

Slot
= laatste alinea van de tekst

  • herhaalt het belangrijkste uit de tekst (geeft tips)

Slide 12 - Slide

Verkennend lezen

Voordat je een tekst écht gaat lezen, bekijk je de tekst. Je komt dan al veel over de tekst te weten. Daardoor lees je de tekst makkelijker.

Slide 13 - Slide

Verkennend lezen doe je zo:
• Lees de titel en de tussenkopjes.
• Lees de inleiding en het slot.
• Lees de woorden die vet- of schuingedrukt zijn.
• Bekijk de plaatjes en lees de tekst bij de plaatjes.
• Lees de informatie onder de tekst (de bron).

Slide 14 - Slide

H2.5 Woorden
  • Synoniemen
  • Woordenlijst

Slide 15 - Slide

Synoniemen
  • Sommige woorden hebben dezelfde betekenis.
vb: juist - correct
Als twee woorden synoniemen van elkaar zijn, kun je ze door elkaar vervangen.
  • Sommige woorden hebben meer dan één synoniem.
    vb: juist - correct - goed

Slide 16 - Slide

Kom je een onbekend woord tegen in de tekst, kijk dan of er een synoniem in de buurt staat.


 Soms staat er een signaalwoord of leesteken bij:

Slide 17 - Slide

Synoniem in een tekst vinden door leesteken of signaalwoord:

met andere woorden: Nederlandse jongeren hebben een goede relatie, met andere woorden een hechte band, met hun ouders.
dat is: Jongeren kunnen over het algemeen, dat is meestal, goed praten.
• oftewel, of: Ouders zijn vaak attent of vriendelijk.
haakjes: Jongeren voelen wel veel druk (stress) om te presteren.
dubbele punt: Ook vaders nemen tegenwoordig het initiatief om te communiceren: ook zij beginnen het gesprek.

Slide 18 - Slide

Dit was het voor deze les.

Slide 19 - Slide

Jullie kunnen nu alle vragen stellen over de toetssof van H2.1 t/m 2.5

Slide 20 - Slide

Stel je vraag specifiek over de toetsstof.

Slide 21 - Mind map

Ik heb deze toetsstof onder de knie.
1= zeker niet 10= zeker wel
110

Slide 22 - Poll

Morgen gaan we verder met de toetsstof van H2.7 en 2.8

Slide 23 - Slide