Bijeenkomst 1: B6

Welkom
Voorbereiding 
Toelatingstoets Natuur en Techniek
dNP

1 / 47
next
Slide 1: Slide
Natuur en TechniekHBOStudiejaar 1

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Welkom
Voorbereiding 
Toelatingstoets Natuur en Techniek
dNP

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Docent

Bart Beaumont

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Effectief leren

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Materie, energie & techniek
B6 en B7

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

6.1 Fysische eigenschappen
warmte en elekrische geleiding/ isolatie
                           goed   (geleiders)                           niet goed (isolatoren)

warmte
elektriciteit
metalen (Ag, Al, Cu, Au)
metalen
diamant, grafiet (C)
vloeistoffen met metaal ionen 
warmte
elektriciteit
aardewerk, glas, beton, plastic
aardewerk, glas, beton
hout, isolatiemateriaal
plastic, rubber
vloeistoffen en gassen (lucht)
lucht, olie

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Verschil warmtetransport: geleiding, straling en stroming

geleiding: binnen een stof

straling: ook wel radiatie (zonder contact), denk aan een kampvuur

stroming: door een vloeistof of gas, neemt de warmte mee


schooltv filmpje

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

fase-overgang

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Een stof komt voor in één van deze drie fases: gas, vaste stof of vloeistof. Door toevoeging van energie of door onttrekking van energie verandert de fase van de stof.

Welke faseveranderingen ontstaan beide door onttrekking van energie?
A
condenseren en rijpen
B
smelten en vervluchtigen
C
verdampen en stollen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

uitleg

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Waarom wordt kokend water op zeeniveau niet warmer dan 100 graden Celsius?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

luchtdruk

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Voordat de auto gestart wordt, wordt de luchtdruk in de autoband gemeten. Na een kwartier rijden wordt de luchtdruk opnieuw gemeten. De luchtdruk is duidelijk veranderd.

De luchtdruk in de band is …
A
hoger omdat de temperatuur van de band hoger is.
B
hoger omdat de temperatuur van de band lager is.
C
lager omdat de temperatuur van de band hoger is.
D
lager omdat de temperatuur van de band lager is.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Moleculen zetten zich bij warmte uit!

Hierdoor neemt de druk toe!


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

vries- en kookpunt; afhankelijk van luchtdruk

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

In een snelkookpan wordt voedsel in water gaar gekookt. Een snelkookpan is stevig en goed afgesloten, waardoor de luchtdruk in de pan tijdens het verhitten steeds hoger wordt. Het effect is dat het te bereiden voedsel in de pan sneller gaar is.

Wat is het gevolg van de hoge druk waardoor het voedsel sneller gaar wordt in de snelkookpan?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Uitleg
Door de druk kookt het water bij een hogere temperatuur, van 100 graden tot circa 116 graden. 

Hierdoor kun je met een snelkookpan gerechten in maar liefst 2/3 van de tijd bereiden ten opzichte van een gewone kookpan.

In de bergen ijlere lucht = lagere druk = sneller het kookpunt!

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

dichtheid; hoeveelheid deeltjes per volume-eenheid en/ of de soortelijke massa

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

In deze drie verpakkingen zitten verschillende chemische stoffen.

In welke verpakking zit de stof met de grootste dichtheid?
A
A
B
B
C
C

Slide 21 - Quiz

Dichtheid is massa/volume
berekening aan de hand van de vraag als voorbeeld!
uitleg
Dichtheid is massa/volume

berekening aan de hand van de vraag als voorbeeld!

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

(soortelijke) massa en gewicht

Slide 23 - Slide

massa= constant
gewicht is afhankelijk van de zwaartekracht

denk aan ruimtereiziger; massa gelijk, gewicht lager (bv gewichtloos)
Wat is het verschil tussen massa en gewicht?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

uitleg


Verschil massa en gewicht
massa = kg (hoeveelheid deeltjes), altijd hetzelfde
gewicht = Newton (kracht), kan veranderen (maan/aarde)
Fz = m x 9,8 N

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

De blokjes en de bolletjes worden in het water gelegd. Eén blokje en één bolletje zinken; de andere twee voorwerpen blijven drijven.

Op welk plaatje staan de twee voorwerpen die gezonken zijn?
A
plaatje A
B
plaatje B
C
plaatje C
D
plaatje D

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Een laborant heeft twee reageerbuizen: de ene reageerbuis bevat een suspensie van meerdere stoffen, de andere reageerbuis bevat een oplossing van meerdere stoffen.

Van welke reageerbuis kunnen de stoffen worden gescheiden met behulp van het centrifugeren?
A
alleen van de oplossing
B
alleen van de suspensie
C
van de oplossing en van de suspensie

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Slide 31 - Video

This item has no instructions

magnetisme

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Welke tekening geeft het magnetisch veld het best weer?
A
B
C
D

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

uitleg
Kobalt - Ijzer - Nikkel;
Noordpool-zuidpool
aantrekken- afstoten

magnetisch veld kan energie opwekken. 
Voorbeeld: dynamo.
Spoel (heel veel windingen) en draaiende magneet.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Video

This item has no instructions

Slide 37 - Video

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Welke schakeling zie je hier ?
A
serie schakeling
B
parallel schakeling

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Welke schakeling zie je hier ?
A
serie schakeling
B
parallel schakeling

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Onthoud!
Serieschakeling: stroomsterkte overal hetzelfde
Parallelschakeling: stroomsterkte wordt verdeeld over componenten

Stroomsterkte = elektrische lading per seconde
Spanning = kracht waar mee stroom door een draad gaat

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

aarding

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Sommige apparaten zijn voorzien van een geaarde stekker die past in een geaard stopcontact.
Wat is de functie van aarding?
Aarde....
A
is een veiligheidsvoorziening.
B
verhoogt het vermogen.
C
zorgt ervoor dat stroom efficiënt wordt gebruikt
D
verzorgt de warmte afvoer.

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

zonder aarding
Met aarding

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Slide 45 - Video

This item has no instructions

Ik heb nog een vraag over de stof.

A
ja
B
nee

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

Wat vonden jullie van
deze bijeenkomst?
Tips/ tops

Slide 47 - Mind map

This item has no instructions