Lezen: tekstdoelen


Welkom!

Doe je telefoon weg,
doe je jas en oortjes uit,
pak je spullen op tafel....

Dan kunnen we beginnen.
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Welkom!

Doe je telefoon weg,
doe je jas en oortjes uit,
pak je spullen op tafel....

Dan kunnen we beginnen.

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen deze les?
Lezen - Tekstdoelen en tekstsoorten

  • Korte herhaling + een paar vragen samen
  • Zelfstandig aan de slag met de opdrachten in je boek

Aan het einde van de les
kun je de tekstdoelen informeren, amuseren, activeren en overtuigen herkennen in teksten.

Slide 2 - Slide

Weet je nog?
Tekstdoel
Wat wil de schrijver?

Slide 3 - Slide

Weet je nog?
Tekstdoel
Wat wil de schrijver?
Informeren

Slide 4 - Slide

Weet je nog?
Tekstdoel
Wat wil de schrijver?
Informeren
De schrijver wil de lezer informatie geven over een bepaald onderwerp.

Slide 5 - Slide

Weet je nog?
Tekstdoel
Wat wil de schrijver?
Informeren
De schrijver wil de lezer informatie geven over een bepaald onderwerp.
Amuseren

Slide 6 - Slide

Weet je nog?
Tekstdoel
Wat wil de schrijver?
Informeren
De schrijver wil de lezer informatie geven over een bepaald onderwerp.
Amuseren
De schrijver wil de lezer vermaken.

Slide 7 - Slide

Weet je nog?
Tekstdoel
Wat wil de schrijver?
Informeren
De schrijver wil de lezer informatie geven over een bepaald onderwerp.
Amuseren
De schrijver wil de lezer vermaken.
Activeren

Slide 8 - Slide

Weet je nog?
Tekstdoel
Wat wil de schrijver?
Informeren
De schrijver wil de lezer informatie geven over een bepaald onderwerp.
Amuseren
De schrijver wil de lezer vermaken.
Activeren
De schrijver wil de lezer iets laten doen: de lezer moet in actie komen.

Slide 9 - Slide

Weet je nog?
Tekstdoel
Wat wil de schrijver?
Informeren
De schrijver wil de lezer informatie geven over een bepaald onderwerp.
Amuseren
De schrijver wil de lezer vermaken.
Activeren
De schrijver wil de lezer iets laten doen: de lezer moet in actie komen.
Overtuigen

Slide 10 - Slide

Weet je nog?
Tekstdoel
Wat wil de schrijver?
Informeren
De schrijver wil de lezer informatie geven over een bepaald onderwerp.
Amuseren
De schrijver wil de lezer vermaken.
Activeren
De schrijver wil de lezer iets laten doen: de lezer moet in actie komen.
Overtuigen
De schrijver wil dat je zijn mening overneemt.

Slide 11 - Slide

Tekstdoel: ....................

Slide 12 - Slide

Tekstdoel: informeren

Slide 13 - Slide

Tekstdoel: ....................

Slide 14 - Slide

Tekstdoel: amuseren

Slide 15 - Slide

Tekstdoel: ....................

Slide 16 - Slide

Tekstdoel: activeren

Slide 17 - Slide

Tekstdoel: ....................

Slide 18 - Slide

Tekstdoel: amuseren

Slide 19 - Slide

Tekstdoel: amuseren
Sommige boeken geven alleen informatie (over bijv. gebeurtenissen uit het verleden, denk aan de Tweede Wereldoorlog). Dan is het tekstdoel 'informeren'.

Slide 20 - Slide

Tekstdoel: ....................

Slide 21 - Slide

Tekstdoel: informeren

Slide 22 - Slide

Tekstdoel: ....................

Slide 23 - Slide

Tekstdoel: activeren

Slide 24 - Slide

Tekstdoel: ....................

Slide 25 - Slide

Tekstdoel: 
informeren
amuseren
activeren



Alle drie goed, zolang je maar 
goed beargumenteert waarom!

Slide 26 - Slide


Zelfstandig aan de slag

Paragraaf 4.2 Lezen
Blz. 142 t/m 143
Opdracht 1, 2, 3 en 5

Slide 27 - Slide

Aan het einde van de les:
kun je de tekstdoelen informeren, amuseren, activeren en overtuigen herkennen in teksten.

Slide 28 - Slide